a) L’arrêté royal du 18 décembre 1996 portant des mesures en vue d’instaurer une carte d’identité sociale à l’usage de tous les assurés sociaux, en application des articles 38, 40, 41 et 49 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions prévoit en son article 8 des sanctions pénales pour quiconque aura fait usage d’une carte d’identité sociale dans un autre but que celui visé par l’arrêté d’exécution.
a) Het Koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de Wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels voorziet in artikel 8 strafbepalingen voor diegene die een sociale identiteitskaart gebruikt voor een ander doel dan beoogd wordt door het uitvoeringsbesluit.