Chez la plupart des patients sous chimiothérapie ou radiothérapie émétisante, il convient d’administrer 8 mg d’ondansétron en injection intraveineuse lente ou en perfusion intraveineuse de courte durée (15 minutes), juste avant le traitement, suivis de 8 mg par voie orale toutes les douze heures.
Bij de meeste patiënten die een emetogene chemotherapie of radiotherapie krijgen, dient ondansetron 8 mg te worden toegediend als een trage intraveneuze injectie of een kort intraveneus infuus over 15 minuten meteen voor de behandeling, gevolgd door 8 mg per os om de twaalf uur.