Lors d’études réalisées in vitro sur des cellules isolées ayant subi une transfection du gène HERG et sur des myocytes isolés de cobayes, les rapports d’exposition variaient entre 5 et 30 fois, sur base des valeurs CI50 inhibant la conduction à travers les canaux ioniques IKr, par rapport aux concentrations plasmatiques libres observées chez l’être humain après l’administration de la dose quotidienne maximale de 20 mg (quatre fois par jour).
In in-vitro-experimenten op geïsoleerde cellen getransfecteerd met HERG en op geïsoleerde myocyten van cavia's varieerden de blootstellingsratio's van 5- tot 30-voudig, gebaseerd op IC50-waarden voor de remming van geleiding door IKr-ionenkanalen, in vergelijking met de vrije plasmaconcentraties bij de mens na toediening van de maximale dagelijkse dosis van 20 mg (viermaal daags).