Traduction de «jour 29 était » (Français → Néerlandais) :

Le délai médian d’obtention de la MaHR chez les patients atteints de LMC-PA, de LMC-PB et de LAL Ph+ était respectivement de 21 jours (intervalle : 12 à 176 jours), 29 jours (intervalle : 12 à 113 jours), et 20 jours (intervalle : 11 à 168 jours).
De mediane tijd tot MaHR was bij patiënten met AP-CML, BP-CML en Ph+ ALL respectievelijk 21 dagen (bereik: 12 tot 176 dagen), 29 dagen (bereik: 12 tot 113 dagen) en 20 dagen (bereik: 11 tot 168 dagen).

Chez 35 patients recevant une fois par jour 600 mg d’éfavirenz, la C max mesurée à l’état d’équilibre était de 12,9 ± 3,7 µM (29%) [moyenne ± écart type (ET) (coefficient de variation (%CV))], la C min mesurée à l’état d’équilibre était de 5,6 ± 3,2 µM (57%), et l’ASC de 184 ± 73 µMh (40%).
Bij 35 patiënten die eenmaal daags 600 mg efavirenz kregen, was de steady-state piekconcentratie (C max ) 12,9 ± 3,7 µM (29%) [gemiddelde ± standaarddeviatie (S.D.) (variatiecoëfficient (%CV))], de steady-state C min was 5,6 ± 3,2 µM (57%) en de AUC 184 ± 73 µMh (40%).

La survie sans progression chez les patients avec un carcinome rénal était significativement plus longue dans le groupe Nexavar (163 jours) que dans le groupe placebo (41 jours) (p = 0,0001, HR = 0,29).
Progression Free Survival bij patiënten met RCC was significant groter in de Nexavar-groep (163 dagen) dan in de placebogroep (41 dagen) (p = 0,0001, HR = 0,29).

Lors d’une étude en schizophrénie, la différence moyenne de score sur l’échelle PANSS par rapport à la ligne de base (actif après déduction du placebo) était de –8,16 pour SEROQUEL 400 mg/jour et –9,29 pour SEROQUEL 800 mg/jour.
In de schizofreniestudie was het verschil in LS gemiddelde verandering van baseline in PANSS totale score (actieve min placebo) -8,16 voor SEROQUEL 400 mg/dag en -9,29 voor SEROQUEL 800 mg/dag.

Dans l’étude de schizophrénie, la différence en changement moyen par moindres carrés à partir des valeurs de base du score total PANSS (actif moins placebo) était -8,16 pour la quétiapine 400 mg/jour et -9,29 pour la quétiapine 800 mg/jour.
In het onderzoek naar schizofrenie was de gemiddelde verandering in de totale PANSS-score (werkzaam middel minus placebo) ten opzichte van de uitgangswaarde -8,16 voor quetiapine in een dosering van 400 mg/dag, en -9,29 voor quetiapine in een dosering van 800 mg/dag volgens de kleinste-kwadratenmethode.

La posologie de l’entecavir était de 0,5 mg par jour dans les études pivots (exposition moyenne de 85 semaines) et de 1 mg par jour dans l’étude de suivi à long-terme (exposition moyenne de 177 semaines), et 51 patients dans l’étude de suivi à long terme avaient aussi initialement reçu de la lamivudine (durée médiane de 29 semaines).
De dosering van entecavir was eenmaal daags 0,5 mg in de cruciale onderzoeken (gemiddelde blootstelling 85 weken) en eenmaal daags 1 mg in het vervolgonderzoek (gemiddelde blootstelling 177 weken). 51 patiënten in het vervolgonderzoek kregen in beginsel ook lamivudine (mediane duur 29 weken).

La durée moyenne du traitement était de 29 jours pour le posaconazole et de 25 jours pour le fluconazole/l’itraconazole.
De gemiddelde behandelingsduur was 29 dagen voor posaconazol en 25 dagen voor fluconazol/itraconazol.

Comparé aux données historiques obtenues chez les adultes ayant reçu le fosamprénavir / ritonavir à la dose de 700/100 mg deux fois par jour, il a été observé dans un sous-groupe de 5 sujets âgés de 6 mois à moins de 24 mois recevant le fosamprénavir / ritonavir à la dose de 45/7 mg/kg deux fois par jour que malgré une augmentation d’un facteur 5 des doses de fosamprénavir et de ritonavir sur la base d’une posologie en mg/kg, l’ASC (0-τ) plasmatique d’amprenavir était inférieure d’environ 48 %, la C max de 26 % et la C τ de 29 % chez les enfants.
Vergeleken met de vroegere volwassenpopulatie die fosamprenavir met ritonavir 700 mg /100 mg tweemaal daags ontvingen, bleek dat in een subgroep van vijf pediatrische patiënten van 6 tot < 24 maanden oud, die tweemaal daags 45/7 mg/kg fosamprenavir /ritonavir kregen, ondanks een ongeveer vijfvoudige fosamprenavir en ritonavirdosering op mg/kg basis, de plasma amprenavir AUC(0-�) ongeveer 48% lager was, de C max 26 % lager was, en de C� 29% lager was bij de pediatrische patiënten.

Le jour où le questionnaire a été complété, 29% des jeunes et 35% des adultes souffraient d’un problème buccal (Tableau 3.5.43) ; ni chez les jeunes, ni chez les adultes la différence entre garçons / hommes et filles / femmes n’était statistiquement significative.
Op de dag van het invullen van de vragenlijst had 29% van de jongeren en 35% van de volwassenen een probleem in de mond (Tabel 3.5.43); noch bij de jongeren noch bij de volwassenen was het verschil tussen jongens/mannen en meisjes/vrouwen statistisch significant.

La modification moyenne du score de douleur chez les patients traités par Ilaris au jour 29 était cohérente avec les résultats précédents.
De gemiddelde verandering in pijnscore bij de patiënten behandeld met Ilaris was in overeenstemming op dag 29.