Dans le cas de coexistence de deux pathologies chroniques, l’alternance ou la concomitance de prise en charge pour l’une ou l’autre des pathologies ne peut justifier l’accord pour des séances de kinésithérapie supplémentaires, la situation pathologique devant être considérée à un moment donné comme un ensemble.
In het geval van het gelijktijdig bestaan van twee chronische pathologieën kan de alternatie of de simultaneïteit van tenlasteneming van de ene of de andere pathologie de machtiging voor bijkomende kinesitherapiezittingen niet verantwoorden, daar de pathologische situatie op een bepaald moment als een geheel moet worden beschouwd.