Suivant l'artic
le 3, § 1er, 4°, un laboratoire de biologie clinique doit être exploité, entre autres, par une société civile ayant emprunté la forme d'une société privée à responsabilité limitée dont les associés, gérants ou administrateurs sont exclusivement des personnes habilitées à effectuer
des prestations de biologie clinique, à savoir les docteurs en médecine, chirurgie et accouchements, les pharmaciens et les licenciés en sciences chimiques (art.3, §1er, 3° et art.2, 1er al. de l'arrêté royal n° 143 du 30
...[+++]novembre 1982 iuncto art.5, §2 de l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967) qui en fait effectuent des analyses dans ce laboratoire et qui ne sont pas des médecins prescripteurs.Volgens ar
t. 3 §1 4° moet een laboratorium voor klinische biologie worden uitgebaat door, ondermeer, een burgerlijke vennootschap die de vorm heeft aangenomen van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan de vennoten, zaakvoerders en bestuurders uitsluitend bestaan uit één of meer personen die gemachtigd zijn om verstrekk
ingen van klinische biologie uit te voeren, nl. doctors in de genees‑, heel‑ en verloskunde, apothekers en licentiaten in scheikundige wetenschappen (art. 3§1 3° en art. 2 a
...[+++]l.1 K.B. nr. 143 van 30 december 1982 io art. 5 §2 K.B. nr. 78 van 10 november 1967), die effectief in dit laboratorium dergelijke verstrekkingen uitvoeren en die geen voorschrijvende geneesheren zijn.