Beurrer sa tartine, lacer ses chaussures, mettre du dentifrice sur sa brosse à dents, plier sa chemise. sont des tâches quotidiennes pour lesquelles les voyants ne réfléchissent même pas, mais qui, pour les enfants aveugles et malvoyants, rélèvent du véritable défi.
Een boterham smeren, een schoenveter knopen, tandpasta op een tandenborstel doen, een hemd opplooien .het zijn dagelijkse taken waar een ziend persoon niet bij stil staat, maar die voor een kind met een visuele beperking vaak een onbegonnen opgave blijken te zijn.