Vertaling van "les sulfonylurées " (Frans → Nederlands) :

Facteurs aggravant le risque d’hypoglycémie: oubli d’un repas, la consommation d’alcool, un traitement par des sulfonylurées à action prolongée (surtout la glibenclamide) sans prise d’aliments, l’usage de sulfonylurées dans le cadre d’une fonction rénale réduite, l’interférence des sulfonylurées avec d’autres médicaments (sulfonamides, certains AINS, fibrates, dérivés de la coumarine), un traitement par l’insuline.
Factoren die het risico op hypoglykemie verhogen zijn: een maaltijd vergeten, alcoholgebruik en het gebruik van hypoglykemiërende sulfamiden met een lange werkingsduur (vooral glibenclamide) zonder voedselinname, gebruik van hypoglykemiërende sulfamiden bij een ingekrompen nierfunctie, interferentie van hypoglykemiërende sulfamiden met andere geneesmiddelen (antibacteriële sulfamiden, sommige NSAID’s, fibraten en coumarinederivaten) en behandeling met insuline.

Les hypoglycémies induites par les sulfonylurées et/ ou les insulines à plus longue durée d’action peuvent être très persistantes et récidivantes.
Hypoglykemieën geïnduceerd door de langer werkende hypoglykemiërende sulfamiden en/of insulines kunnen zeer hardnekkig en recidiverend zijn.

L’hypoglycémie survient dans une large mesure exclusivement chez des patients traités par une sulfonylurée, par les glinides ou par l’insuline.
Hypoglykemie komt bijna uitsluitend voor bij patiënten die hypoglykemiërende sulfamiden, gliniden of insuline gebruiken.

Étant donné qu’ils stimulent la production d’insuline, on peut arrêter les sulfonylurées et les glinides. En effet, en cas de sécrétion d’insuline endogène diminuée, ces médicaments sont moins utiles et c’est la composante insuline d’action rapide qui va reprendre leur rôle.
Sulfonylurea en glinides kunnen gestopt worden gezien ze insulinesecretie bevorderen en dit bij een verminderende endogene insulinesecretie minder zinvol is en ook omdat de snelwerkende insulinecomponent hun rol overneemt.

Les dispositions légales interdisent à un diabétique traité par l'insuline ou les sulfonylurées de conduire un bus, un car, un camion de plus de 3,5 tonnes, un taxi, un véhicule avec remorque lourde.
Krachtens de wettelijke bepalingen is het een diabeticus met een insuline‑ of sulfonylurea's therapie verboden een autobus, een vrachtwagen waarvan het hoogste toegelaten gewicht meer dan 3.500 kg bedraagt, een taxi of een voertuig met zware aanhangwagen, te besturen.

sulfonylurée, candidose vulvovaginale (une infection fongique de la région génitale féminine due à
(een schimmelinfectie van de vrouwelijke geslachtsorganen veroorzaakt door Candida),

Nombre de Médicaments contre le diabète patients 2008 A10AB01 INSULINE HUMAINE (fast-acting) 27.240 A10AB04 INSULINE LISPRO (fast-acting) 5.583 A10AB05 INSULINE ASPARTE (fast-acting) 29.705 A10AB06 INSULINE GLULISINE (fast-acting) 2.239 A10AC01 INSULINE HUMAINE (intermediate-acting) 27.481 A10AD01 INSULINE HUMAINE (intermediate+fast-acting) 50.278 A10AD05 INSULINE ASPART (intermediate+fast-acting) 2.627 A10AE01 INSULINE HUMAINE (long-acting) 15.565 A10AE04 INSULINE GLARGINE (long-acting) 35.968 A10AE05 INSULINE DETEMIR (long-acting) 8.770 A10A INSULINES ET ANALOGUES Dont ceux qui ne prennent pas d'hypoglycémiant oraux : 129.478 67.473 A10BA02 METFORMINE 341.879 A10BB01 GLIBENCLAMIDE 12.565 A10BB07 GLIPIZIDE 3.795 A10BB08 GLIQUIDONE 39.952 A10BB09 GLICLAZIDE 99.680 A10BB12 GLIMEPIRIDE 24.522 A10BD02 METFORMINE ET DERIVES DE LA SULFONYLUREE 17.373 A10BD03 METFORMINE ET ROSIGLITAZONE 769 A10BG02 ROSIGLITAZONE 13.684 A10BG03 PIOGLITAZONE 1.841 A10BH01 SITAGLIPTINE 6.249 A10BX02 REPAGLINIDE 50.192 A10BX04 EXENATIDE 2.461 A10B HYPOGLYCEMIANTS ORAUX Dont ceux qui ne prennent pas d'insulines et analogues : 441.869 379.864
A10AB01 HUMANE INSULINE (fast-acting) 27.240 A10AB04 INSULINE LISPRO (fast-acting) 5.583 A10AB05 INSULINE ASPART (fast-acting) 29.705 A10AB06 INSULINE GLULISINE (fast-acting) 2.239 A10AC01 HUMANE INSULINE (intermediate-acting) 27.481 A10AD01 HUMANE INSULINE (intermediate+fast-acting) 50.278 A10AD04 INSULINE LISPRO 2.627 A10AD05 INSULINE ASPART (intermediate+fast-acting) 15.565 A10AE04 INSULINE GLARGINE (long-acting) 35.968 A10AE05 INSULINE DETEMIR (long-acting) 8.770 A10A INSULINES EN ANALOGEN 129.478 Aantal hiervan dat geen hypoglykemiërende middelen gebruikt 67.473 A10BA02 METFORMINE 341.879 A10BB01 GLIBENCLAMIDE 12.565 A10BB07 GLIPIZIDE 3.795 A10BB08 GLIQUIDON 39.952 A10BB09 GLICLAZIDE 99.680 A10BB12 GLIMEPIRIDE 24.522 A10BD02 METFORMINE MET SULFONYLUREUMDERIVATEN 17.373 A10BD03 METFORMINE MET ROSIGLITAZON 769 A10BG02 ROSIGLITAZON 13.684 A10BG03 PIOGLITAZON 1.841 A10BH01 SITAGLIPTINE 6.249 A10BX02 REPAGLINIDE 50.192 A10BX04 EXENATIDE 2.461 A10B HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN MET UITZONDERING VAN INSULINES 441.869 Aantal hiervan dat geen insulines en analogen gebruikt 379.864

- La classe A10BB « Dérivés de la sulfonylurée » (Uni Diamicron).
- De klasse M01AC “Oxicamderivaten” (Mobic),

L’utilisation concomitante d’autres agents photosensibilisants (tétracyclines, sulfonamides, phénothiazines, sulfonylurées hypoglycémiantes, diurétiques thiazidiques, griséofulvine et fluoroquinolones) pourrait exacerber la réaction de photosensibilité.
Het is mogelijk dat tegelijkertijd gebruik van andere fotosensitiserende agentia (bv. tetracyclinen, sulfonamiden, fenothiazinen, sulfonylurea hypoglycemische agentia, thiazide diuretica, griseofulvin en fluoroquinolonen) de lichtovergevoeligheidsreactie zou kunnen verergeren.

Aucune donnée n’est disponible sur l’association de Tracleer avec les autres sulfonylurées.
Er zijn geen gegevens beschikbaar van interactiestudies met andere sulfonylureum-derivaten.