26. Sur base de ce qui précède, il y a lieu de conclure que la finalité du traitement ultérieur n’est réputée compatible avec la finalité du traitement initial que pour autant que les conditions prévues au chapitre II de l’arrêté royal du 13 février 2001 soient respectées, tel qu’exposé ci-après.
26. Op basis van het voorgaande moet worden besloten dat het doeleinde van de latere verwerking slechts verenigbaar kan worden geacht met het doeleinde van de oorspronkelijke verwerking voor zover de voorwaarden gesteld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 in acht worden genomen, zoals verder uiteengezet.