Dans le traitement de l'hypertension et de la décompensation cardiaque, le captopril agit essentiellement par blocage de l'enzyme de conversion qui transforme l'angiotensine I en angiotensine II. Il en résulte une diminution de la pression sanguine et un allègement du travail du coeur en: a) diminuant la production d'angiotensine II, un des plus puissants vasoconstricteurs endogènes b) réduisant la production d'aldostérone, ce qui limite la rétention d'eau et de sodium.
Bij de behandeling van hypertensie en van hartdecompensatie, bestaat de werking van captopril hoofdzakelijk in een remming van het conversie-enzym dat angiotensine I omzet in angiotensine II. De gevolgen hiervan zijn een daling van de bloeddruk en een verlichting van de hartarbeid door: a) afname van de productie van angiotensine II, één van de krachtigste endogene vasoconstrictoren b) afname van de productie van aldosteron, waardoor de water- en natriumretentie beperkt wordt.