4 fois les dépenses en personnel réelles du dernier trimestre connu (T) de l’année N-1 + le pécule de vacances de l’année N-1 (si ce n’est pas compris dans les dépenses du trimestre T) + les primes de fin d’année de l’année N-1, augmenté du ‘wagedrift’ de 0,5 % et avec l’augmentation du coefficient moyen de liquidation des rémunérations de l’année N par rapport au coefficient moyen de liquidation des rémunérations du trimestre T de l’année N-1
4 maal de werkelijke personeelsuitgaven van het laatstgekende kwartaal (K) van het jaar N-1 + het verlofgeld van het jaar N-1 (indien niet begrepen in de uitgaven van het kwartaal K) + de eindejaarspremies van het jaar N-1, verhoogd met een wagedrift van 0,5% en met de stijging van de gemiddelde vereffeningscoëfficiënt van de lonen van het jaar N t.o.v. de gemiddelde vereffeningscoëfficiënt van de lonen van het kwartaal K van het jaar N-1.