Traduction de «lithium dans l’analyse » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

produit contenant du lithium
product dat lithium bevat

produit contenant du lithium sous forme cutanée
product dat lithium in cutane vorm bevat

produit contenant du succinate de lithium sous forme cutanée
product dat lithiumsuccinaat in cutane vorm bevat

produit contenant du citrate de lithium sous forme orale
product dat lithiumcitraat in orale vorm bevat

produit contenant seulement du citrate de lithium sous forme orale
product dat enkel lithiumcitraat in orale vorm bevat

carbonate de lithium
lithiumcarbonaat

citrate de lithium
lithiumcitraat

allergie au citrate de lithium
allergie voor lithiumcitraat

produit contenant seulement du lithium sous forme cutanée
product dat enkel lithium in cutane vorm bevat

produit contenant seulement du succinate de lithium sous forme cutanée
product dat enkel lithiumsuccinaat in cutane vorm bevat

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Il faut noter que la concentration sérique médiane en lithium se trouvait hors des limites thérapeutiques habituelles (0,6- 1,2 mmol/l) chez un nombre important de patients sous lithium dans l’analyse (25 %).
Wel dient opgemerkt te worden dat bij de analyse de gemiddelde lithiumconcentratie in serum buiten het gebruikelijke therapeutische bereik lag (0,6-1,2 mmol/l) bij een substantieel aantal patiënten (25%) die met lithium werden behandeld.

Lorsqu’on a exclu la carbamazépine dans une analyse post-hoc, la rispéridone associée au lithium ou au valproate était supérieure à une monothérapie par lithium ou valproate sur le plan de la réduction du score YMRS total.
Als de carbamazepinegroep werd uitgesloten in een posthocanalyse, verlaagde risperidon in combinatie met lithium of valproaat de totale YMRSscore meer dan lithium of valproaat alleen.

Quand le groupe carbamazépine a été exclu d’une analyse ultérieure non prévue au protocole (posthoc), l'association de rispéridone et de lithium ou de valproate s’est avérée réduire plus fortement le score YMRS total que l'administration isolée de lithium ou de valproate.
Toen de carbamazepinegroep in een post-hocanalyse werd weggelaten, was risperidon in combinatie met lithium of valproaat wel beter dan lithium of valproaat alleen in het verlagen van de YMRStotaalscore.

Lorsqu’on a exclu la carbamazépine dans une analyse posthoc, la rispéridone associée au lithium ou au valproate était supérieure à une monothérapie par lithium ou valproate sur le plan de la réduction du score YMRS total.
Als de carbamazepinegroep werd uitgesloten in een posthocanalyse, verlaagde risperidon in combinatie met lithium of valproaat de totale YMRSscore meer dan lithium of valproaat alleen.

Lorsqu’on excluait le groupe carbamazépine de l’analyse post-hoc, l’association de rispéridone avec du lithium ou du valproate s’avérait supérieure au lithium ou au valproate utilisés seuls en termes de réduction du score total YMRS.
Als de carbamazepinegroep werd uitgesloten bij een post-hocanalyse, verlaagde risperidon in combinatie met lithium of valproaat de totale YMRS-score meer dan lithium of valproaat alleen.

Dans un essai contrôlé versus placebo sur 12 semaines incluant 326 patients atteints d’un épisode maniaque ou mixte de troubles bipolaires de type I, avec ou sans composantes psychotiques, qui étaient partiellement non répondeurs au lithium ou au valproate, en monothérapie, pendant 2 semaines à des concentrations sériques thérapeutiques, l’ajout d’asénapine en traitement adjuvant a entrainé une efficacité supérieure par rapport au lithium ou au valproate en monothérapie à la semaine 3 (estimations de point [IC 95 %] pour le changement depuis les valeurs initiales jusqu’au critère d’évaluation selon YMRS utilisant l’analyse LOCF : -10,3 [-11,9 ; -8,8] pour l’asénapine et -7,9 [-9,4 ; -6,4] pour le placebo) et à la semaine 12 (-12,7 [-14,5 ; -10,9] pour l’asénapine et -9,3 [-11,8 ; -7,6] pour le placebo) sur la réduction des symptômes maniaques.
Bij een 12 weken durend placebo-gecontroleerd onderzoek onder 326 patiënten met een manische of gemengde episode van bipolaire stoornis type I, met of zonder psychotische kenmerken, die deels niet reageerden op monotherapie met lithium of valproaat gedurende 2 weken bij therapeutische serumspiegels, resulteerde de toevoeging van asenapine als adjuvante therapie in superieure werkzaamheid t.o.v. monotherapie met lithium of valproaat in week 3 (gebruik makend van LOCF analyse zijn de puntschattingen [95 % betrouwbaarheidsinterval] voor de verandering van uitgangswaarde tot eindpunt in YMRS -10,3 [-11,9; -8,8] voor asenapine en -7,9 [-9,4; -6,4] voor placebo) en op week 12 (-12,7 [-14,5; -10,9] voor asenapine en -9,3 [-11,8; -7,6] voor placebo) in de afname van manische symptomen.

En excluant le groupe carbamazépine de l’analyse post-hoc, la rispéridone associée au lithium ou au valproate était supérieure au lithium ou valproate seuls sur la réduction du score total de la YMRS.
Toen de carbamazepinegroep in een post-hocanalyse werd weggelaten, was risperidon in combinatie met lithium of valproaat wel beter dan lithium of valproaat alleen in het verlagen van de YMRS-totaalscore.