Traduction de «liés au naproxène » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Troubles mentaux et du comportement liés à l'utilisation de drogues multiples et troubles liés à l'utilisation d'autres substances psycho-actives
psychische stoornissen en gedragsstoornissen door meervoudig-druggebruik en gebruik van andere psychoactieve-middelen

produit contenant du lansoprazole et du naproxène
product dat lansoprazol en naproxen bevat

produit contenant du naproxène et du sumatriptan
product dat naproxen en sumatriptan bevat

produit contenant de l'ésoméprazole et du naproxène
product dat esomeprazol en naproxen bevat

produit contenant du misoprostol et du naproxène
product dat misoprostol en naproxen bevat

produit contenant du naproxène
product dat naproxen bevat

intoxication accidentelle par le naproxène
accidentele intoxicatie door naproxen

produit contenant du naproxène sous forme orale
product dat naproxen in orale vorm bevat

produit contenant du naproxène sous forme rectale
product dat naproxen in rectale vorm bevat

produit contenant du naproxène et de la pseudoéphédrine
product dat naproxen en pseudo-efedrine bevat

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

VIMOVO a également significativement réduit la survenue d’ulcères duodénaux liés au naproxène gastro-résistant (0,7 versus 5,4%) (données sur 6 mois provenant de 2 études endoscopiques).
VIMOVO verminderde ook significant het ontstaan van duodenale ulcera ten opzichte van maagsapresistent naproxen (0,7 versus. 5,4%) (gegevens van 6 maanden van 2 endoscopische studies).

Lors d’une administration simultanée de naproxène et d'une hydantoïne (médicament contre l’épilepsie), de sulfamide (médicament pour la chimiothérapie) ou d’un dérivé du sulfonylurée (médicament pour le diabète), les doses doivent être adaptées si nécessaire vu que ces médicaments sont aussi liés à l’albumine et qu’en théorie, des interactions avec le naproxène peuvent dès lors se produire.
Bij gelijktijdige toediening van naproxen en een hydantoïne (middel tegen epilepsie), een sulfonamide (middel bij chemotherapie) of een sulfonylureumderivaat (middel bij diabetes) moet de dosis zo nodig worden aangepast, aangezien deze geneesmiddelen ook aan albumine worden gebonden en interactie met naproxen bijgevolg theoretisch mogelijk is.

- Une nouvelle association fixe à base de naproxène et d’ésoméprazole (Vimovo®; chapitre 9.1.1.2) est proposée pour le traitement de l’arthrose, de la polyarthrite rhumatoïde et de la spondylarthrite ankylosante chez des patients présentant un risque élevé d’ulcères gastro-duodénaux liés aux AINS.
- Een nieuwe vaste associatie op basis van naproxen en esomeprazol (Vimovo® ; hoofdstuk 9.1.1.2) wordt voorgesteld voor de behandeling van artrose, reumatoïde artritis en ankyloserende spondylartritis bij patiënten met hoog risico van gastroduodenale ulcera door NSAID’s.

Le naproxène se lie fortement à l’albumine (protéine sanguine).
Naproxen bindt zich sterk aan albumine (eiwit in het bloed).

- Le naproxène est fortement lié à l’albumine plasmatique ; il possède donc des possibilités théoriques d’interagir avec d’autres médicaments se liant à l’albumine tels que les annticoagulants coumariniques, les sulfonylurées, les hydantoïnes, les autres AINS et l’asparine.
- Naproxen bindt zich sterk aan albumine in het plasma. Theoretisch kan naproxen dus interacties aangaan met andere geneesmiddelen die aan albumine worden gebonden, zoals coumarine-anticoagulantia, sulfonylureumderivaten, hydantoïnes, andere NSAI en aspirine.

Le naproxène est fortement lié à l’albumine plasmatique; il possède donc des possibilités théoriques d’interagir avec d’autres médicaments se liant à l’albumine tels que les anticoagulants coumariniques, les sulphonylurées, les hydantoïnes, les autres AINS et l’aspirine.
Naproxen bindt zich sterk aan albumine in het plasma. Theoretisch kan naproxen dus interacties aangaan met andere geneesmiddelen die aan albumine worden gebonden, zoals coumarineanticoagulantia, sulfonylureumderivaten, hydantoïnes, andere NSAI en aspirine.

Le naproxène se lie fortement à l’albumine dans le plasma.
Naproxen bindt zich sterk aan albumine in het plasma.

Théoriquement, le naproxène peut donc interagir avec d’autres médicaments liés à l’albumine, comme les anticoagulants coumariniques, les dérivés des sulfonylurées, les hydantoïnes, d’autres AINS et l’aspirine.
Theoretisch kan naproxen dus interacties aangaan met andere geneesmiddelen die aan albumine worden gebonden, zoals coumarine-anticoagulantia, sulfonylureumderivaten, hydantoïnes, andere NSAI en aspirine.