Traduction de «liés à l’hyperkaliémie » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

hyperkaliémie
hyperkaliëmie

Hyperkaliémie
hyperkaliëmie

Troubles mentaux et du comportement liés à l'utilisation de drogues multiples et troubles liés à l'utilisation d'autres substances psycho-actives
psychische stoornissen en gedragsstoornissen door meervoudig-druggebruik en gebruik van andere psychoactieve-middelen

enseignement sur les soins liés à une ventilation
eductie over beademingszorg

soins liés à une ventilation
beademingszorg

leucémie aigüe myéloïde et syndromes myélodysplasiques liés aux inhibiteurs de la topoisomérase II
acute myeloïde leukemie en myelodysplastische syndromen gerelateerd aan topo-isomerase type 2-inhibitor

leucémie aigüe myéloïde et syndromes myélodysplasiques liés aux agents alkylants
acute myeloïde leukemie en myelodysplastische syndromen gerelateerd aan alkylerend middel

leucémie aigüe myéloïde et syndromes myélodysplasiques liés aux radiations
acute myeloïde leukemie en myelodysplastische syndromen gerelateerd aan bestraling

événement lié au bioterrorisme
bioterrorisme-gerelateerde gebeurtenis

soins liés à l'élimination urinaire
zorg bij urinaire uitscheiding

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Risques liés à l’hyperkaliémie (quantité trop élevée de potassium dans le sang) : certains médicaments ou classes thérapeutiques peuvent favoriser l’hyperkaliémie, notamment les sels de potassium, les diurétiques d’épargne potassique, les IECA, les antagonistes de l’angiotensine II, les médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens, les héparines (de faible poids moléculaire ou non fractionnées), la ciclosporine, le tacrolimus et le triméthoprime.
Risico's verbonden aan hyperkaliëmie (te veel kalium in het bloed): sommige geneesmiddelen of therapeutische categorieën kunnen hyperkaliëmie bevorderen, zoals kaliumzouten, kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, angiotensine-IIreceptorantagonisten, niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen, heparines (met laag moleculair gewicht of ongefractioneerd), ciclosporine, tacrolimus en trimethoprim.

- Risques liés à l’hyperkaliémie: Certains médicaments ou classes thérapeutiques peuvent favoriser l’hyperkaliémie, notamment les sels de potassium, les diurétiques d’épargne potassique, les inhibiteurs de l’enzyme de conversion, les antagonistes des récepteurs de l’angiotensine II, les AINS, les héparines (de faible poids moléculaire ou non-fractionnées), la ciclosporine, le tacrolimus et le triméthoprime.
- Risico's verbonden aan hyperkaliëmie: Sommige geneesmiddelen of therapeutische categorieën kunnen hyperkaliëmie bevorderen,d.w.z. kaliumzouten, kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten, NSAIDs, heparines (met laag moleculair gewicht of niet-gefractioneerd), ciclosporine, tacrolimus en trimethoprim.

Affectionsdu rein et des voiesurinaires: miction anormale altération de la fonction rénale incluant des cas isolés d'insuffisance rénale chez des patients à risque (voir rubrique 4.4) Affections musculosquelettiques Peu fréquents: œdèmedes extremités et systémiques: Fréquence arthralgies, myalgies indéterminée: Affections du métabolisme et de Fréquence hyperkaliémie la nutrition: indéterminée: Affections vasculaires: Peu fréquents: bouffées vasomotrices Troubles généraux et accidents Fréquents: fatigue liés au site d'administration: Affections du système Fréquence cas de réactions d'hypersensibilité, tels que
Bot-, skeletspierstelsel- en Soms: gezwollen ledematen bindweefselaandoeningen: Niet artralgie, myalgie bekend: Voedings- en Niet hyperkaliëmie stofwisselingsstoornissen bekend: Bloedvataandoeningen: Soms: blozen Algemene aandoeningen en Vaak: vermoeidheid toedieningsplaatsstoornissen: Immuunsysteemaandoeningen: Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem, rash, urticaria

Affectionsdu rein et des voiesurinaires : miction anormale altération de la fonction rénale incluant des cas isolés d’insuffisance rénale chez des patients à risque (voir rubrique 4.4) Affections Peu fréquents : œdème des extremités musculosquelettiques et Fréquence arthralgies, myalgies systémiques : indéterminée : Affections du métabolisme et Fréquence hyperkaliémie de la nutrition : indéterminée : Affections vasculaires : Peu fréquents : bouffées vasomotrices Troubles généraux et accidents Fréquents : fatigue liés au site d’administration :
Bot-, skeletspierstelsel- en Soms: gezwollen ledematen bindweefselaandoeningen: Niet artralgie, myalgie bekend: Voedings- en Niet hyperkaliëmie stofwisselingsstoornissen bekend: Bloedvataandoeningen: Soms: blozen Algemene aandoeningen en Vaak: vermoeidheid toedieningsplaatsstoornissen: Immuunsysteemaandoeningen: Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem, rash, urticaria

d’hyperkaliémie, d’hypoglycémie et autres troubles métaboliques liés à l’anticoagulant et à
en andere metabole stoornissen die kunnen optreden door toedoen van het anticoagulans

Effets liés au traitement de la Pneumonie à Pneumocystis carinii : Très rare : réactions allergiques sévères, éruptions au niveau de la peau (éruptions cutanées), fièvre, troubles du sang et du foie (neutropénie, thrombocytopénie, augmentation des enzymes hépatiques), destruction de cellules musculaires avec douleurs et/ou faiblesse musculaires (rhabdomyolyse) chez des patients HIV séropositifs, hyperkaliémie (augmentation excessive du potassium dans le sang), hyponatrémie (manque de sodium dans le sang).
Effecten in verband met de behandeling van Pneumocystis carinii pneumonie: Zeer zelden: ernstige allergische reacties, huiduitslag (huiderupties), koorts, aandoeningen van het bloed en de lever (neutropenie, trombocytopenie, stijging van de leverenzymen), afbraak van spiercellen met spierpijn en/of spierzwakte (rhabdomyolyse) bij HIV-seropositieve patiënten, hyperkaliëmie (overmaat aan kalium in het bloed), hyponatriëmie (tekort aan natrium in het bloed).

En particulier, il a été observé une augmentation de l’incidence de l’altération de la fonction rénale (14,0 % versus 12,1 %), de l’hyperkaliémie (38,9 % versus 28,8 %), d’évènements liés à une hypotension (19,7 % versus 16,2 %) et d’accidents vasculaires cérébraux adjudiqués (3,4 % versus 2,6 %).
Er was in het bijzonder een verhoogde incidentie van renale disfunctie (14,0% versus 12,1%), hyperkaliëmie (38,9% versus 28,8%), hypotensiegerelateerde bijwerkingen (19,7% versus 16,2%) en aangetoonde beroerte eindpunten (3,4% versus 2,6%).