m) Lorsqu’il arrive qu’un établissement loue un bâtiment appartenant à une association sœur (= une asbl ou un établissement avec lequel un lien de collaboration, de dépendance ou d’appartenance peut être établi, exemple : même pouvoir organisateur, certains administrateurs font partie des conseils d’administration des deux établissements ou asbl, etc.), les frais réels engagés par l’a.s.b.l. p
ropriétaire (coût d’achat du bâtiment, travaux de rénovation, etc) sont intégrés dans le forfait selon
les mêmes principes applicables aux établissements ...[+++]propriétaires (amortir les investissements sur 33 ans et prendre en charge les charges financières d’un emprunt d’investissement engagé pour le financement de ces investissements).m) Als een inrichting een gebouw huurt dat eigendom is van een bevriende organisatie (= een vzw of een inrichting waarmee er een samenwerkingsverband of een afhankelijkheidsband of een verwantschap is, bijvoorbeeld: een
zelfde inrichtende macht, sommige beheerders maken deel uit van de beheersraden van de twee inrichtingen of vzw’s, enz.), worden de kosten die werkelijk zijn gemaakt door de vzw die eigenaar is (bv. aankoopkosten van het gebouw, renovatiewerken, enz) in het forfait opgenomen volgens de principes die van toepassing zijn op de inrichtingen die eigenaar zijn (de investeringen afschrijven op 33 jaar en de financiële lasten va
...[+++]n een investeringslening die is gesloten voor de financiering van die investeringen ten laste nemen).