Les effets physiologiques majeurs de l’angiotensine II, tels que la vasoconstriction, la stimulation d’aldostérone, la régulation de l’homéostasie hydro-sodée et la stimulation de la croissance cellulaire s’exercent par l’intermédiaire du récepteur de type 1 (AT1).
De belangrijkste fysiologische effecten van angiotensine II, zoals vasoconstrictie, de stimulatie van aldosteron, de regulatie van de homeostase van zout en water en de stimulatie van de celgroei, worden gemedieerd door receptoren van het type 1 (AT1).