La prise alimentaire augmente l’absorption de l’artéméther et de la luméfantrine. Chez des volontaires sains, lorsque Riamet était pris après un repas à haute teneur lipidique, la biodisponibilité relative de l’artéméther était plus que doublée et celle de la luméfantrine a augmenté d’un facteur 16 par rapport à une prise à jeun.
Voedsel verhoogt de absorptie van zowel artemether als lumefantrine: bij gezonde vrijwilligers was de relatieve biologische beschikbaarheid van artemether met meer dan het tweevoudige toegenomen en die van lumefantrine met het zestienvoudige, vergeleken bij condities van vasten, wanneer Riamet na een maaltijd met een hoog vetgehalte was ingenomen.