Vertaling van "l’association amprénavir " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

produit contenant de l'amprénavir
product dat amprenavir bevat

produit contenant de l'amprénavir sous forme orale
product dat amprenavir in orale vorm bevat

Définition: Groupe hétérogène de troubles qui ont en commun la caractéristique d'un début dans l'enfance, mais qui diffèrent par ailleurs sur de nombreux points. Certains constituent des syndromes nettement définis, alors que d'autres ne sont que de simples associations de symptômes; ces derniers doivent toutefois être répertoriés, d'une part en raison de leur fréquence et de leur association avec une altération du fonctionnement psychosocial, d'autre part parce qu'ils ne peuvent pas être inclus dans d'autres syndromes.
Omschrijving: Een heterogene groep stoornissen die een kenmerkend begin op kinderleeftijd gemeen hebben, maar overigens in vele opzichten van elkaar verschillen. Sommige van deze toestanden vertegenwoordigen goed gedefinieerde syndromen, maar andere zijn niet meer dan symptomencomplexen die genoemd moeten worden wegens hun veelvuldig voorkomen en samengaan met psychosociale stoornis en omdat ze niet bij andere syndromen kunnen worden ondergebracht.

Définition: Groupe de troubles catactérisés par la présence d'un trouble des conduites (F91.-), associé à des perturbations émotionnelles persistantes et marquées, par exemple une anxiété, des obsessions ou des compulsions, une dépersonnalisation ou une déréalisation, des phobies ou une hypocondrie. | Troubles des conduites en F91.- associés à un trouble:émotionnel en F93.- | névrotique en F40-F48
Omschrijving: Deze categorie vereist de combinatie van een gedragsstoornis (F91.-) en aanhoudende en duidelijke emotionele-symptomen - zoals angst, dwanggedachten of dwanghandelingen, depersonalisatie of derealisatie, fobieën of hypochondrie. | Neventerm: | gedragsstoornis uit F91.- samen met | een emotionele stoornis uit F93.- | gedragsstoornis uit F91.- samen met | een neurotische stoornis uit F40-F48

Définition: Trouble caractérisé par la présence d'un trouble des conduites (F91.-), associé à une humeur dépressive marquée et persistante (F32.-), se traduisant par des symptômes tels que tristesse (l'enfant se sent très malheureux), perte d'intérêt et de plaisir pour les activités usuelles, sentiment de culpabilité et perte d'espoir. Le trouble peut s'accompagner d'une perturbation du sommeil ou de l'appétit. | Trouble des conduites en F91.- associé à un trouble dépressif en F32.-
Omschrijving: Deze categorie vereist de combinatie van een gedragsstoornis (F91.-) en aanhoudende en duidelijke depressieve stemming, zoals dat uit de symptomen blijkt - bijvoorbeeld een gevoel van diepe ellende, verlies van belangstelling voor en plezier in gebruikelijke activiteiten, zelfverwijt en gevoel van hopeloosheid; verstoringen van slaap of eetlust kunnen eveneens aanwezig zijn. | Neventerm: | gedragsstoornis uit F91.- samen met een depressieve stoornis uit F32.-

mort ou un handicap sérieux (kernictère) associés avec à l'absence de dépistage et de traitement de l'hyperbilirubinémie chez les nouveau-nés
dood of ernstige invaliditeit (kernicterus) geassocieerd met falen van identificeren en behandelen van hyperbilirubinemia bij pasgeborenen

Définition: Il existe des variations culturelles importantes dans les manifestations de ce trouble, qui comporte deux types essentiels, ayant de nombreux points communs. Dans le premier type, la caractéristique essentielle est une plainte concernant une fatigue accrue après des efforts mentaux, souvent associée à une certaine diminution des performances professionnelles et des capacités à faire face aux tâches quotidiennes. La fatigabilité mentale est décrite typiquement comme une distractibilité due à une intrusion désagréable d'associations et de souvenirs, une difficulté de concentration ou une pensée globalement inefficace. Dans le deuxième type, l'accent est mis sur des sensations de faiblesse corporelle ou physique et un sentiment d'épuisement après des efforts minimes, associés à des courbatures, des douleurs musculaires et une difficulté à se détendre. Les deux types comportent habituellement plusieurs autres sensations physiques désagréables, telles que des sensations vertigineuses, des céphalées de tension et une impression d'instabilité globale. Il existe par ailleurs souvent une inquiétude concernant une dégradation de la santé mentale et physique, une irritabilité, une anhédonie et des degrés variables de dépression et d'anxiété mineures. Il existe souvent une insomnie d'endormissement, une insomnie du milieu de la nuit ou une hypersomnie. | Syndrome asthénique
Omschrijving: Er komen aanzienlijke culturele verschillen voor bij de presentatie van deze stoornis en er komen twee hoofdvormen voor, met aanzienlijke overlap. Bij de ene vorm is het belangrijkste kenmerk een klacht over toegenomen vermoeidheid na geestelijke inspanning, dikwijls samengaand met enige afname in het efficiënt verrichten van de dagelijkse beroepsarbeid. De geestelijke vermoeibaarheid wordt op typerende wijze beschreven als een zich op onaangename wijze opdringen van verwarrende associaties of herinneringen, moeite met concentreren en algemeen inefficiënt denken. Bij de andere vorm ligt de nadruk op gevoelens van lichamelijke of fysieke zwakte en uitputting na slechts minimale inspanning, samengaand met een gevoel van spierkrampen en pijnen en onvermogen om te ontspannen. Bij beide vormen is een scala van andere onaangename-gevoelens van lichamelijke aard gebruikelijk, zoals duizeligheid, spanningshoofdpijnen en gevoelens van algemene onzekerheid. Bezorgdheid over afnemende geestelijke- en lichamelijke gezondheid, prikkelbaarheid, anhedonie en in geringe mate wisselende-depressiviteit en -angst komen alle veel voor. De eerste en middelste fasen van de slaap zijn vaak gestoord, maar hypersomnie kan ook opvallend zijn. | Neventerm: | vermoeidheidssyndroom

bacille respiratoire associé aux cils
Cilia-geassocieerd respiratoire bacillus

carcinome rénal associé à une maladie kystique acquise
niercelcarcinoom geassocieerd met een verworven cystische ziekte

lymphome T associé à une entéropathie
EATL - enteropathiegeassocieerd T-cellymfoom

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Des systèmes d'interprétation phénotypique cliniquement validés peuvent être utilisés, en association avec les données génotypiques, pour évaluer l'activité de l'association amprénavir / ritonavir ou de l'association fosamprénavir / ritonavir chez les patients présentant des souches résistantes aux IP.
Klinisch gevalideerde fenotypische interpretatiesystemen kunnen worden gebruikt in combinatie met de genotypische gegevens om de activiteit in te schatten van amprenavir/ritonavir of fosamprenavir/ ritonavir bij patiënten met PI-resistente isolaten.

Les systèmes d’interprétation génotypique peuvent être utilisés pour estimer l’activité de l’association amprénavir / ritonavir ou fosamprénavir / ritonavir chez les sujets dont les isolats sont résistants aux Inhibiteurs de Protease. L’actuel algorithme de l’ANRS AC-11 (juillet 2006) pour l’association fosamprénavir / ritonavir définit la résistance par la présence des mutations V32I+I47A/V, ou I50V, ou d’au moins 4 mutations parmi : L10F/I/V, L33F, M36I, I54A/L/M/S/T/V, I62V, V82A/C/F/G, I84V et L90M et est associée aussi bien à une résistance phénotypique augmentée au fosamprénavir associé au ritonavir qu’à une probabilité diminuée de la réponse virologique (résistance).
volgende mutaties: L10F/I/V, L33F, M36I, I54A/L/M/S/T/V, I62V, V82A/C/F/G, I84V en L90M en is geassocieerd met zowel verhoogde fenotypische resistentie tegen fosamprenavir met ritonavir als verminderde kans op virologische respons (resistentie).

Les systèmes d’interprétation génotypique peuvent être utilisés pour estimer l’activité de l’association amprénavir / ritonavir ou fosamprénavir / ritonavir chez les sujets dont les isolats sont résistants aux Inhibiteurs de Protease.
Genotypische interpretatiesystemen kunnen worden gebruikt om de werkzaamheid in te schatten van amprenavir/ritonavir of fosamprenavir/ritonavir bij patiënten met PI-resistente isolaten.

Un traitement avec l'oméprazole 20 mg une fois par jour n'a pas modifié l'exposition au darunavir (associé au ritonavir) , ni celle à l'amprenavir (associé au ritonavir).Un traitement avec l'ésoméprazole 20 mg une fois par jour n'a pas modifié l'exposition à l'amprenavir (associé ou non au ritonavir).
Een behandeling met omeprazol 20 mg 1x/dag toonde geen effect op de blootstelling aan darunavir (gelijklopend met ritonavir) en amprenavir (gelijklopend met ritonavir). Een behandeling met esomeprazol 20 mg 1x/dag toonde geen effect op de blootstelling aan amprenavir (hetzij wel hetzij niet gelijklopend met ritonavir).

Chez les patients ayant une insuffisance hépatique légère (score de Child-Pugh de 5-6), après administration de 700 mg de fosamprénavir deux fois par jour, associé à une posologie réduite de 100 mg de ritonavir une fois par jour, la C max et l’ASC (0-12) plasmatiques de l'amprénavir étaient légèrement plus élevées (17 % et 22 % respectivement), la C 12h d’amprénavir plasmatique total était similaire et la C 12h d’amprénavir plasmatique libre était approximativement 117 % plus élevée par rapport aux valeurs observées chez les patients ayant une fonction hépatique normale et recevant le schéma posologique standard de 700 mg de fosamprénavir / 100 mg de ritonavir deux fois par jour.
Bij patiënten met licht verminderde leverfunctie (Child-Pugh score van 5-6), zorgde een doseringsregime van tweemaal daags 700 mg fosamprenavir met een gereduceerde doseringsfrequentie van eenmaal daags 100 mg ritonavir, voor een enigszins hogere plasmaconcentratie amprenavir C max (17%), een enigszins hogere plasmaconcentratie amprenavir AUC (0-12) (22%), gelijke totaal plasma-C12-waarden amprenavir en circa 117% hogere ongebonden amprenavir plasma-C12-waarden amprenavir vergeleken met patiënten met een normale leverfunctie die de standaard tweemaal daagse fosamprenavir/ritonavir 700/100 mg dosering innamen.

ANTI-INFECTIEUX Antirétroviraux Amprénavir ↑ 90% de l'ASC de l'amprénavir 1200 mg, 2 fois/jour, associé à 800 mg d'indinavir seul, trois fois/jour (voir tableau 1).
Geneesmiddelen per therapeutisch Interactie gebied ANTI-INFECTIVA ANTIRETROVIRALE MIDDELEN Amprenavir Amprenavir 1200 mg 2 dd AUC ↑ 90 % met 800 mg 3 dd indinavir alleen (zie tabel 1).

La toxicité s'est révélée similaire à celle de l'amprénavir et est apparue pour des imprégnations plasmatiques en amprénavir inférieures à celles observées chez l'Homme après traitement par l'association fosamprénavir / ritonavir aux doses recommandées.
De toxiciteit was gelijk aan die van amprenavir en trad op bij blootstellingsconcentraties amprenavir in het plasma beneden de menselijke blootstelling na behandeling met fosamprenavir in combinatie met ritonavir in de aanbevolen dosis.

1 A10AB A10AB01 INSULINE HUMAINE 120 1,6% 118,7 A10AB05 INSULINE ASPARTE 119 2,4% 109,0 A10AB04 INSULINE LISPRO 40 2,3% 36,3 2 L02BG L02BG03 ANASTROZOLE 112 1,6% 24,9 L02BG04 LETROZOLE 101 2,9% 22,7 L02BG06 EXEMESTANE 37 2,1% 8,3 3 A10AE A10AE04 INSULINE GLARGINE 224 2,4% 125,5 A10AE05 INSULINE DETEMIR 9 4,5% 5,1 A10AE01 INSULINE HUMAINE 1 0,6% 0,7 4 J05AF J05AF30 ASSOCIATIONS 76 0,8% 4,2 J05AF05 LAMIVUDINE 35 0,9% 5,1 J05AF04 STAVUDINE 35 3,6% 4,5 J05AF06 ABACAVIR 27 1,4% 2,9 J05AF02 DIDANOSINE 22 2,0% 3,2 J05AF01 ZIDOVUDINE 5 1,6% 0,5 5 B02BD B02BD09 NONACOG ALFA 194 11,1% 0,2 6 H03AA H03AA01 LEVOTHYROXINE SODIQUE 189 2,7% 1.935,5 H03AA03 ASSOCIATIONS DE LEVOTHYROXINE ET DE LIOTHYRONI 5 2,8% 37,2 7 L01XX L01XX28 IMATINIB 180 1,2% 1,6 L01XX05 HYDROXYCARBAMIDE 4 0,6% 2,6 L01XX14 TRETINOINE 1 8,6% 0,1 L01XX11 ESTRAMUSTINE 0 0,0% 0,1 8 C10AA C10AA05 ATORVASTATINE 78 0,1% 117,0 C10AA01 SIMVASTATINE 52 0,1% 148,1 C10AA03 PRAVASTATINE 31 0,1% 55,2 C10AA07 ROSUVASTATINE 15 0,1% 19,2 C10AA04 FLUVASTATINE 3 0,1% 6,1 9 H01CB H01CB03 LANREOTIDE 83 2,1% 2,3 H01CB02 OCTREOTIDE 72 0,7% 1,9 10 A10AD A10AD01 INSULINE HUMAINE 101 0,5% 99,8 A10AD05 INSULINE ASPART 46 2,1% 42,3 11 H01AC H01AC01 SOMATROPINE 108 0,8% 5,2 12 M05BA M05BA06 ACIDE IBANDRONIQUE 47 6,9% 3,9 M05BA04 ACIDE ALENDRONIQUE 45 0,1% 38,4 M05BA07 ACIDE RISEDRONIQUE 7 0,1% 5,7 M05BA02 ACIDE CLODRONIQUE 2 0,2% 0,2 13 L02BA L02BA01 TAMOXIFENE 95 1,6% 133,3 L02BA02 TOREMIFENE 0 0,6% 0,2 14 J05AE J05AE06 LOPINAVIR 48 1,4% 3,3 J05AE03 RITONAVIR 11 2,1% 1,0 J05AE07 FOSAMPRENAVIR 9 1,0% 0,8 J05AE04 NELFINAVIR 8 1,1% 0,7 J05AE02 INDINAVIR 5 1,9% 0,5 J05AE01 SAQUINAVIR 2 0,6% 0,2 J05AE05 AMPRENAVIR 1 1,1% 0,1 15 A02BC A02BC01 OMEPRAZOLE 34 0,1% 49,5 A02BC02 PANTOPRAZOLE 14 0,0% 7,2 A02BC04 RABEPRAZOLE 12 0,1% 5,9 A02BC05 ESOMEPRAZOLE 10 0,0% 5,7 A02BC03 LANSOPRAZOLE 7 0,1% 3,9 16 A10AC A10AC01 INSULINE HUMAINE 65 1,0% 63,7 17 C09AA C09AA04 PERINDOPRIL 21 0,1% 27,3 C09AA03 LISINOPRIL 19 0,1% 75,4 C09AA01 CAPTOPRIL 8 0,1% 21,7 C ...
1 A10AB A10AB01 HUMANE INSULINE 120 1,6% 118,7 A10AB05 INSULINE ASPART 119 2,4% 109,0 A10AB04 INSULINE LISPRO 40 2,3% 36,3 2 L02BG L02BG03 ANASTROZOL 112 1,6% 24,9 L02BG04 LETROZOL 101 2,9% 22,7 L02BG06 EXEMESTAAN 37 2,1% 8,3 3 A10AE A10AE04 INSULINE GLARGINE 224 2,4% 125,5 A10AE05 INSULINE DETEMIR 9 4,5% 5,1 A10AE01 HUMANE INSULINE 1 0,6% 0,7 4 J05AF J05AF30 COMBINATIEPREPARATEN 76 0,8% 4,2 J05AF05 LAMIVUDINE 35 0,9% 5,1 J05AF04 STAVUDINE 35 3,6% 4,5 J05AF06 ABACAVIR 27 1,4% 2,9 J05AF02 DIDANOSINE 22 2,0% 3,2 J05AF01 ZIDOVUDINE 5 1,6% 0,5 5 B02BD B02BD09 NONACOG ALFA 194 11,1% 0,2 6 H03AA H03AA01 LEVOTHYROXINE 189 2,7% 1.935,5 H03AA03 LEVOTHYROXINE MET LIOTHYRONINE 5 2,8% 37,2 7 L01XX L01XX28 IMATINIB 180 1,2% 1,6 L01XX05 HYDROXYCARBAMIDE 4 0,6% 2,6 L01XX14 TRETINOINE 1 8,6% 0,1 L01XX11 ESTRAMUSTINE 0 0,0% 0,1 8 C10AA C10AA05 ATORVASTATINE 78 0,1% 117,0 C10AA01 SIMVASTATINE 52 0,1% 148,1 C10AA03 PRAVASTATINE 31 0,1% 55,2 C10AA07 ROSUVASTATINE 15 0,1% 19,2 C10AA04 FLUVASTATINE 3 0,1% 6,1 9 H01CB H01CB03 LANREOTIDE 83 2,1% 2,3 H01CB02 OCTREOTIDE 72 0,7% 1,9 10 A10AD A10AD01 HUMANE INSULINE 101 0,5% 99,8 A10AD05 INSULINE ASPART 46 2,1% 42,3 11 H01AC H01AC01 SOMATROPINE 108 0,8% 5,2 12 M05BA M05BA06 IBANDRONINEZUUR 47 6,9% 3,9 M05BA04 ALENDRONINEZUUR 45 0,1% 38,4 M05BA07 RISEDRONINEZUUR 7 0,1% 5,7 M05BA02 CLODRONINEZUUR 2 0,2% 0,2 13 L02BA L02BA01 TAMOXIFEN 95 1,6% 133,3 L02BA02 TOREMIFEN 0 0,6% 0,2 14 J05AE J05AE06 LOPINAVIR 48 1,4% 3,3 J05AE03 RITONAVIR 11 2,1% 1,0 J05AE07 FOSAMPRENAVIR 9 1,0% 0,8 J05AE04 NELFINAVIR 8 1,1% 0,7 J05AE02 INDINAVIR 5 1,9% 0,5 J05AE01 SAQUINAVIR 2 0,6% 0,2 J05AE05 AMPRENAVIR 1 1,1% 0,1 15 A02BC A02BC01 OMEPRAZOL 34 0,1% 49,5 A02BC02 PANTOPRAZOL 14 0,0% 7,2 A02BC04 RABEPRAZOL 12 0,1% 5,9 A02BC05 ESOMEPRAZOL 10 0,0% 5,7 A02BC03 LANSOPRAZOL 7 0,1% 3,9 16 A10AC A10AC01 HUMANE INSULINE 65 1,0% 63,7 17 C09AA C09AA04 PERINDOPRIL 21 0,1% 27,3 C09AA03 LISINOPRIL 19 0,1% 75,4 C09AA01 CAPTOPRIL 8 0,1% 21,7 C09AA05 RAMIPRIL 8 0,1% 32,3 C09AA06 QUINAP ...

1 L04AA L04AA01 CICLOSPORINE 5.019 35,4% 510,5 L04AA05 TACROLIMUS 4.345 46,7% 320,2 L04AA06 ACIDE MYCOPHENOLIQUE 3.630 57,2% 336,0 L04AA10 SIROLIMUS 114 73,9% 4,2 L04AA13 LEFLUNOMIDE 22 4,8% 11,6 L04AA11 ETANERCEPT 1 1,2% 0,0 2 J05AF J05AF30 ASSOCIATIONS 4.587 70,0% 313,6 J05AF04 STAVUDINE 1.537 61,6% 205,7 J05AF05 LAMIVUDINE 1.430 56,9% 207,7 J05AF06 ABACAVIR 1.003 65,9% 107,1 J05AF02 DIDANOSINE 845 72,2% 118,8 J05AF01 ZIDOVUDINE 270 50,7% 28,1 J05AF03 ZALCITABINE 35 65,6% 5,7 3 B02BD B02BD02 FACTEUR VIII DE COAGULATION 4.459 23,3% 9,5 B02BD09 NONACOG ALFA 349 38,6% 0,4 4 C10AA C10AA05 ATORVASTATINE 2.431 2,9% 3.299,2 C10AA01 SIMVASTATINE 1.209 2,5% 1.305,8 C10AA03 PRAVASTATINE 666 1,8% 741,4 C10AA04 FLUVASTATINE 51 1,9% 82,2 5 A10AB A10AB01 INSULINE HUMAINE 2.458 29,9% 2.551,1 A10AB04 INSULINE LISPRO 861 49,5% 695,7 A10AB05 INSULINE ASPARTE 192 49,4% 189,8 6 A02BC A02BC01 OMEPRAZOLE 1.608 2,6% 863,7 A02BC02 PANTOPRAZOLE 749 3,0% 386,3 A02BC03 LANSOPRAZOLE 719 2,6% 373,7 A02BC05 ESOMEPRAZOLE 236 4,0% 215,3 A02BC04 RABEPRAZOLE 155 2,2% 86,5 7 J05AE J05AE04 NELFINAVIR 1.338 65,6% 111,2 J05AE02 INDINAVIR 552 65,7% 52,6 J05AE03 RITONAVIR 467 65,7% 45,0 J05AE01 SAQUINAVIR 442 75,9% 47,7 J05AExx Lopinavir et ritonavir 307 60,6% 0,0 J05AE05 AMPRENAVIR 139 76,6% 6,9 8 A10AD A10AD01 INSULINE HUMAINE 2.826 15,8% 2.957,5 A10AD30 ASSOCIATIONS 0 44,4% 0,1 9 A10AC A10AC01 INSULINE HUMAINE 2.455 25,9% 2.551,9 10 C09AA C09AA03 LISINOPRIL 686 3,2% 1.706,9 C09AA04 PERINDOPRIL 554 3,6% 451,6 C09AA01 CAPTOPRIL 414 3,5% 824,1 C09AA02 ENALAPRIL 226 3,7% 704,9 C09AA06 QUINAPRIL 158 2,4% 243,2 C09AA05 RAMIPRIL 64 2,0% 141,0 C09AA09 FOSINOPRIL 50 1,9% 31,1 C09AA08 CILAZAPRIL 35 1,4% 63,3 C09AA07 BENAZEPRIL 0 1,2% 0,7 11 L03AB L03AB05 INTERFERON ALFA-2B 1.247 43,8% 82,6 L03AB04 INTERFERON ALFA-2A 801 51,1% 53,0 L03AB10 PEGINTERFERON ALFA-2B 56 16,2% 0,4 L03AB07 INTERFERON BETA-1A 46 0,3% 1,8 L03AB08 INTERFERON BETA-1B 13 0,1% 0,4 L03AB03 INTERFERON GAMMA 2 10,3% 0,0 L03AB09 INTERFERON ALFAC ...
1 L04AA L04AA01 CICLOSPORINE 5.019 35,4% 510,5 L04AA05 TACROLIMUS 4.345 46,7% 320,2 L04AA06 MYCOFENOLZUUR 3.630 57,2% 336,0 L04AA10 SIROLIMUS 114 73,9% 4,2 L04AA13 LEFLUNOMIDE 22 4,8% 11,6 L04AA11 ETANERCEPT 1 1,2% 0,0 2 J05AF J05AF30 COMBINATIEPREPARATEN 4.587 70,0% 313,6 J05AF04 STAVUDINE 1.537 61,6% 205,7 J05AF05 LAMIVUDINE 1.430 56,9% 207,7 J05AF06 ABACAVIR 1.003 65,9% 107,1 J05AF02 DIDANOSINE 845 72,2% 118,8 J05AF01 ZIDOVUDINE 270 50,7% 28,1 J05AF03 ZALCITABINE 35 65,6% 5,7 3 B02BD B02BD02 BLOEDSTOLLINGSFACTOR VIII (ANTIHEMOFILIEFACTOR A) 4.459 23,3% 9,5 B02BD09 NONACOG ALFA 349 38,6% 0,4 4 C10AA C10AA05 ATORVASTATINE 2.431 2,9% 3.299,2 C10AA01 SIMVASTATINE 1.209 2,5% 1.305,8 C10AA03 PRAVASTATINE 666 1,8% 741,4 C10AA04 FLUVASTATINE 51 1,9% 82,2 5 A10AB A10AB01 HUMANE INSULINE 2.458 29,9% 2.551,1 A10AB04 INSULINE LISPRO 861 49,5% 695,7 A10AB05 INSULINE ASPART 192 49,4% 189,8 6 A02BC A02BC01 OMEPRAZOL 1.608 2,6% 863,7 A02BC02 PANTOPRAZOL 749 3,0% 386,3 A02BC03 LANSOPRAZOL 719 2,6% 373,7 A02BC05 ESOMEPRAZOL 236 4,0% 215,3 A02BC04 RABEPRAZOL 155 2,2% 86,5 7 J05AE J05AE04 NELFINAVIR 1.338 65,6% 111,2 J05AE02 INDINAVIR 552 65,7% 52,6 J05AE03 RITONAVIR 467 65,7% 45,0 J05AE01 SAQUINAVIR 442 75,9% 47,7 J05AExx Lopinavir en ritonavir 307 60,6% 0,0 J05AE05 AMPRENAVIR 139 76,6% 6,9 8 A10AD A10AD01 HUMANE INSULINE 2.826 15,8% 2.957,5 A10AD30 COMBINATIEPREPARATEN 0 44,4% 0,1 9 A10AC A10AC01 HUMANE INSULINE 2.455 25,9% 2.551,9 10 C09AA C09AA03 LISINOPRIL 686 3,2% 1.706,9 C09AA04 PERINDOPRIL 554 3,6% 451,6 C09AA01 CAPTOPRIL 414 3,5% 824,1 C09AA02 ENALAPRIL 226 3,7% 704,9 C09AA06 QUINAPRIL 158 2,4% 243,2 C09AA05 RAMIPRIL 64 2,0% 141,0 C09AA09 FOSINOPRIL 50 1,9% 31,1 C09AA08 CILAZAPRIL 35 1,4% 63,3 C09AA07 BENAZEPRIL 0 1,2% 0,7 11 L03AB L03AB05 INTERFERON ALFA-2B 1.247 43,8% 82,6 L03AB04 INTERFERON ALFA-2A 801 51,1% 53,0 L03AB10 PEGINTERFERON ALFA-2B 56 16,2% 0,4 L03AB07 INTERFERON BETA-1A 46 0,3% 1,8 L03AB08 INTERFERON BETA-1B 13 0,1% 0,4 L03AB03 INTERFERON GAMMA 2 10,3% 0,0 L0 ...

ATC Principe actif Année d'admission A02BC04 RABEPRAZOLE 2001 A10BX02 REPAGLINIDE 2001 B01AC04 CLOPIDOGREL 2001 C07AB12 NEBIVOLOL 2001 C09DA06 CANDESARTAN ET DIURETIQUES 2001 G03XC01 RALOXIFENE 2001 J05AG03 EFAVIRENZ 2001 L01AX03 TEMOZOLOMIDE 2001 L02BG06 EXEMESTANE 2001 M01AH01 CELECOXIB 2001 M01AH02 ROFECOXIB 2001 N06AX11 MIRTAZAPINE 2001 N07BB03 ACAMPROSATE 2001 R01AD09 MOMETASONE 2001 R03AK06 SALMETEROL AVEC AUTRES SUBSTANCES POUR AFFECTIONS RESP. OBSTRUCTIVES 2001 R03DC03 MONTELUKAST 2001 V08CA08 ACIDE GADOBENIQUE 2001 A02BC05 ESOMEPRAZOLE 2002 A10AB05 INSULINE ASPARTE 2002 A10BG02 ROSIGLITAZONE 2002 A10BG03 PIOGLITAZONE 2002 C08CA12 BARNIDIPINE 2002 C09BA04 PERINDOPRIL ET DIURETIQUES 2002 D05AX03 CALCITRIOL 2002 D06BB10 IMIQUIMOD 2002 J01FA15 TELITHROMYCINE 2002 J01MA14 MOXIFLOXACINE 2002 J05AE05 AMPRENAVIR 2002 J05AE06 LOPINAVIR 2002 J05AF06 ABACAVIR 2002 L01BC06 CAPECITABINE 2002 L01BC53 TEGAFUR, ASSOCIATIONS 2002 L01XD02 VERTEPORFINE 2002 L01XX28 IMATINIB 2002 L03AB10 PEGINTERFERON ALFA-2B 2002 L03AX13 GLATIRAMER ACETATE 2002 L04AA10 SIROLIMUS 2002 L04AA11 ETANERCEPT 2002 L04AA13 LEFLUNOMIDE 2002 M05BA07 ACIDE RISEDRONIQUE 2002 N03AF02 OXCARBAZEPINE 2002 N03AX14 LEVETIRACETAM 2002 N05AH04 QUETIAPINE 2002 N05AL05 AMISULPRIDE 2002 N05AL10 Levosulpuride 2002 N06DA02 DONEPEZIL 2002 N06DA03 RIVASTIGMINE 2002 N06DA04 GALANTAMINE 2002 R03AK07 FORMOTEROL AVEC AUTRES SUBSTANCES POUR AFFECTIONS RESP.
ATC Werkzaam bestanddeel jaar van aanneming A02BC04 RABEPRAZOL 2001 A10BX02 REPAGLINIDE 2001 B01AC04 CLOPIDOGREL 2001 C07AB12 NEBIVOLOL 2001 C09DA06 CANDESARTAN MET DIURETICA 2001 G03XC01 RALOXIFEN 2001 J05AG03 EFAVIRENZ 2001 L01AX03 TEMOZOLOMIDE 2001 L02BG06 EXEMESTAAN 2001 M01AH01 CELECOXIB 2001 M01AH02 ROFECOXIB 2001 N06AX11 MIRTAZAPINE 2001 N07BB03 ACAMPROSAAT 2001 R01AD09 MOMETASON 2001 R03AK06 SALMETEROL MET ANDERE MIDDELEN VOOR OBSTRUCTIEVE LUCHTWEGAANDOENINGEN 2001 R03DC03 MONTELUKAST 2001 V08CA08 GADOBEENZUUR 2001 A02BC05 ESOMEPRAZOL 2002 A10AB05 INSULINE ASPART 2002 A10BG02 ROSIGLITAZON 2002 A10BG03 PIOGLITAZON 2002 C08CA12 BARNIDIPINE 2002 C09BA04 PERINDOPRIL MET DIURETICA 2002 D05AX03 CALCITRIOL 2002 D06BB10 IMIQUIMOD 2002 J01FA15 TELITHROMYCINE 2002 J01MA14 MOXIFLOXACINE 2002 J05AE05 AMPRENAVIR 2002 J05AE06 LOPINAVIR 2002 J05AF06 ABACAVIR 2002 L01BC06 CAPECITABINE 2002 L01BC53 TEGAFUR, COMBINATIEPREPARATEN 2002 L01XD02 VERTEPORFINE 2002 L01XX28 IMATINIB 2002 L03AB10 PEGINTERFERON ALFA-2B 2002 L03AX13 GLATIRAMER ACETAAT 2002 L04AA10 SIROLIMUS 2002 L04AA11 ETANERCEPT 2002 L04AA13 LEFLUNOMIDE 2002 M05BA07 RISEDRONINEZUUR 2002 N03AF02 OXCARBAZEPINE 2002 N03AX14 LEVETIRACETAM 2002 N05AH04 QUETIAPINE 2002 N05AL05 AMISULPRIDE 2002 N05AL10 Levosulpuride 2002 N06DA02 DONEPEZIL 2002 N06DA03 RIVASTIGMINE 2002 N06DA04 GALANTAMINE 2002 R03AK07 FORMOTEROL MET ANDERE MIDD.