Dans une étude in vivo menée chez l’homme avec de l’asénapine radio-marquée, l’entité médicamenteuse prédominante dans le plasma était l’asénapine N + -glucuronide ; les autres incluaient la N-desméthylasénapine, la N-desméthylasénapine N-carbamoyl glucuronide, et l’asénapine inchangée en plus faibles quantités.
In een in vivoonderzoek onder mensen met radioactief gelabelde asenapine, was de voornaamste geneesmiddelgerelateerde entiteit in plasma asenapine N + -glucuronide; andere entiteiten waren N- desmethylasenapine, N-desmethylasenapine N-carbamoyl glucuronide, en onveranderde asenapine in kleinere hoeveelheden.
