L’aténolol n’exerce aucune activité sympathicomimétique intrinsèque ni aucun effet stabilisateur de membrane ; il ne traverse pratiquement pas la barrière hémato-encéphalique.
Atenolol heeft geen intrinsieke sympathicomimetische activiteit en ook geen membraanstabiliserende eigenschappen; het dringt praktisch niet doorheen de hersenbarrière.