Chez les patients ayant une altération de la fonction rénale (clairance de la créatinine < 60 ml/min), l’excrétion de carboplatine se ralentit, avec une réduction de la clairance de la créatinine; chez ces patients, administrer des doses de carboplatine plus faibles.
Bij patiënten met een slechte renale functie (creatinine klaring < 60 ml/min), verlaagt de carboplatineexcretie met een dalende creatinine klaring; lagere doses carboplatine moeten bij deze patiënten toegediend worden.