Le Comité scientifique estime que le risque pour la santé publique de la levée de l’interdiction temporaire de l’expédition vers les autres Etats membres et de l’exportation vers des pays tiers de bovins vivants en provenance du Royaume-Uni, et de produits provenant de bovins abattus au Royaume-Uni, telle que fixée par la Décision 98/256/CE du Conseil du 16 mars 1998 concernant certaines mesures d’urgence en matière de protection contre l’encéphalopathie spongiforme bovine, modifiant la Décision 94/474/CE et abrogeant la Décision 96/239/CE, est négligeable.
Het Wetenschappelijk Comité meent dat het risico voor de volksgezondheid van het opheffen van het tijdelijk verbod op de verzending naar de andere lidstaten en de uitvoer naar derde landen van levende runderen uit het Verenigd Koninkrijk en van producten afkomstig van runderen die in het Verenigd Koninkrijk werden geslacht, zoals vastgesteld bij Beschikking 98/256/EG van de Raad van 16 maart 1998 inzake spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie, tot wijziging van Beschikking 94/474/EG en ter intrekking van Beschikking 96/239/EG, verwaarloosbaar is.