Le traitement par la pravastatine a significativement réduit le risque relatif de décès d'origine coronaire de 24 % (p = 0,0004, avec un risque absolu de 6,4 % dans le groupe placebo, et de 5,3 % dans le groupe de patients traités par pravastatine), le risque relatif d’événements coronariens (décès d'o
rigine coronaire ou infarctus du myocarde (IDM) no
n fatal) de 24% (p < 0,0001) et le risque rel
atif d'infarctus du myocarde fatal ou non de 29 % (p < 0
...[+++],0001).
De behandeling met pravastatine verminderde het relatieve risico op sterfte door coronaire hartziekten significant met 24 % (p= 0,0004, met een absoluut risico van 6,4 % in de placebogroep en 5,3 % in de pravastatinegroep), het relatieve risico op coronaire complicaties (sterfte als gevolg van coronaire hartziekten of niet-fataal myocardinfarct (MI)) met 24 % (p< 0,0001); en het relatieve risico op een fataal of niet-fataal myocardinfarct met 29 % (p< 0,0001).