Traduction de «l’infectivité » (Français → Néerlandais) :

La distribution de l’infectivité EST est à présent donnée pour de nombreux tissus et liquides corporels humains.
De distributie van de OSE-infectiviteit wordt nu voor talrijke menselijke weefsels en lichaamsvocht weergegeven.

Annexe 4 : Distribution de l’infectivité EST dans les tissus humains et les liquides corporels.
Bijlage 4 : Distributie van de OSE infectiviteit in menselijke weefsels en lichaamsvocht.

25 Annexe 3 : Criteres de diagnostic d’une forme variante de la maladie de Creutzfeldt-Jakob . 26 Annexe 4 : Distribution de l’infectivite est dans les tissus humains et les liquides corporels 27 Annexe 5 : Preparation d’une solution à 2 % d’hypochorite de sodium (20.000 ppm) .
26 Bijlage 4 : Distributie van de ose infectiviteit in menselijke weefsels en lichaamsvocht 27 Bijlage 5 : Bereiding van 2 % natriumhypochlorietoplossing (20.000 ppm) .

Présence de protéine prion anormale et niveau d’infectivité
Aanwezigheid van abnormaal prioneiwit en infectiviteitsniveau

- = testé négatif NT = non testé P = infectivité prouvée dans des études expérimentales de transmission PrP-res = protéine prion anormale
- = negatief getest NT = niet getest P = bewezen infectiviteit in experimentele overdrachtsstudies PrP-res = abnormaal prioneiwit

La première heure après la dispersion dans l’air, l’infectivité du virus de l’influenza est 4 fois plus grande avec une HR inférieure à 23% qu’avec une HR supérieure à 43%.
Het eerste uur na verspreiding in de lucht is de infectiviteit van het influenzavirus ongeveer 4 maal groter bij een RV kleiner dan 23 % dan bij een RV groter dan 43 %.

Scarborough et al. ont également évalué l’efficacité de la déminéralisation lors d’études portant sur l’ensemencement par le HIV, le CMV, le poliovirus, le virus de la diarrhée bovine et le HBV du canard. Une réduction de plus de 6 log 10 de l’infectivité a été observée pour tous les virus.
Scarborough et al. evalueerden eveneens de effectiviteit van demineralisatie in spiking studies met HIV, CMV, poliovirus, runder viraal diarreevirus en eenden-HBV. Er was meer dan 6 log 10 reductie in infectiviteit voor alle virussen.

Bien que la présence d’Ac anti-HBs soit traditionnellement considérée comme une immunité et une absence d’infectivité, il a été démontré que l’immunité (Ac anti- HBs) ne fait pas disparaître le risque de transmission du HBV. Ce risque est plus grand chez les donneurs de foie que chez les receveurs de cœur ou de rein (Chung et al., 2001).
Hoewel de aanwezigheid van anti-HBsAs traditioneel als immuniteit en afwezigheid van infectiviteit beschouwd wordt, heeft men aangetoond dat immuniteit (anti-HBsAs) het risico op HBV transmissie niet wegneemt. Dit risico is groter voor leverdonoren dan voor nier- en hartreceptoren (Chung et al., 2001).