Vertaling van "l’insulinorésistance dans " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

insulinorésistance
resistentie voor insuline

cycloplégie | paralysie de l'accommodation de l'oeil
cycloplegie | verlamming van het aanpassingsvermogen van het oog

endotoxique | relatif à l'endotoxine (= substance toxique à l'intérieur des cellules)
endotoxisch | met betrekking tot gifstoffen uit afgestorven bacteriën

énergétique (a et sm) | relatif à l'énergie (utilisée par l'organisme / fournie à -)
energetisch | met betrekking tot arbeid

col de l'utérus | col (de l'utérus)
cervix uteri | baarmoederhals

1) auditif - 2) auriculaire | 1) qui se rapporte à l'ouie - 2) de l'oreille
auraal | met betrekking tot een voorbode

acuité | finesse de perception de l'oeil/de l'oreille
acuïteit | scherpte

1) anabolique - 2) anabolisant | 1) qui se rapporte à l'anabolisme - 2) qui renforce l'anabolisme
anabool | weefselopbouwend

anal | 1) qui se rapporte à l'anus - 2) qui se fixe sur l'anus
anaal | met betrekking tot de aars

gastro-entérite | inflammation de l'estomac et de l'intestin
gastro-enteritis | ontsteking van maag en darm

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Etant donné le rôle défavorable de l’insulinorésistance dans la pathogénie de l’athérosclérose, des données préliminaires suggèrent que les glitazones pourraient contribuer à diminuer le risque cardio-vasculaire.
Gezien de ongunstige rol van insulineresistentie in de pathogenese van atherosclerose, suggereren preliminaire gegevens dat de glitazonen zouden kunnen bijdragen tot een daling van het cardiovasculaire risico.

Le diénogest peut avoir un léger effet sur l’insulinorésistance périphérique et la tolérance au glucose.
Dienogest kan een klein effect hebben op perifere insulineresistentie en glucosetolerantie.

diabète, goutte, anorexie, diminution de l’appétit, perte de poids, prise de poids, hyperglycémie, insulinorésistance, diminution des lipoprotéines de haute densité, augmentation de l’appétit, polydipsie, augmentation de la lactate déshydrogénase sanguine
lipodystrofie (waaronder lipohypertrofie, lipodystrofie, lipoatrofie), hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, hyperlipidemie

Bien que les progestatifs puissent influer sur l’insulinorésistance périphérique et la tolérance au glucose, rien n’indique qu’il soit nécessaire de modifier le régime thérapeutique chez les diabétiques prenant des pilules uniquement progestatives.
Hoewel progestagenen een effect kunnen hebben op de perifere insulineresistentie en glucosetolerantie is er geen bewijs dat dit een verandering van het therapeutische regime noodzakelijk maakt bij diabetespatiënten die een anticonceptiepil gebruiken met alleen progestageen.

Le diabète de type 2 Le diabète de type 2 est une affection progressive, caractérisée par une production insuffisante d'insuline et/ou une insensibilisation des cellules à l'action de l'insuline (insulinorésistance).
Diabetes type 2 Diabetes type 2 is een progressieve aandoening die wordt gekenmerkt door een onvoldoende productie van insuline en/of een verminderde gevoeligheid van de cellen voor de insulinewerking (insulineresistentie).

Des études sur animaux et des données in vitro suggèrent que le GS induit une insulinorésistance et entraîne une augmentation des concentrations en leptine due aux hexoamines (la glucosamine est un intermédiaire dans la biosynthèse de l’hexoamine).
Dierproeven en in vitro data suggereren dat GS insuline-resistentie induceert en leidt tot een verhoging van de leptineconcentraties door hexoamines (glucosamine is een intermediair in de hexoamine biosynthese).

Les risques majoritairement associés à l’obésité viscérale, sont l’intolérance au glucose et l’insulinorésistance menant au diabète, l’augmentation de la pression artérielle et une propension à l’hypertriglycéridémie augmentant le risque de pathologies cardio-vasculaires.
De risico’s die hoofdzakelijk gepaard gaan met viscerale obesitas zijn glucose-intolerantie en insulineresistentie die tot diabetes leiden, de toename van de bloeddruk en een neiging tot hypertriglyceridemie die het risico van cardiovasculaire aandoeningen verhogen.

Outre les causes génétiques, un certain nombre d’autres facteurs comme l’obésité, l’insulinorésistance, un régime riche en lipides ou le vieillissement augmente la sensibilité au sel.
Naast genetische oorzaken wordt de zoutgevoeligheid verhoogd door een aantal factoren zoals obesitas, insulineresistentie, een vetrijk dieet of veroudering.

- Effets sur les concentrations sériques en leptine et insulinorésistance chez l’homme: Le GS est actuellement très souvent prescrit en cas d’OA, surtout chez des personnes en surpoids (vu la surcharge mécanique des articulations).
- Effecten op serum leptineconcentraties en insulineresistentie bij de mens: GS wordt momenteel zeer veel voorgeschreven voor OA, veelal in personen met overgewicht (gezien de hogere mechanische belasting van de gewrichten).

Les personnes obèses présentent souvent des troubles du métabolisme tant de la leptine que de l’insuline (hyperleptinémie, leptinorésistance, hyperinsulinémie, insulinorésistance).
Obese personen hebben vaak stoornissen in zowel leptine als insulinemetabolisme (hyperleptinemie, leptine-resistentie, hyperinsulinemie, insuline-resistentie).