D’autres affections pouvant éventuellement s’aggraver (ou apparaître) suite au traitement par la méthylprednisolone incluent l’hypertension, l’insuffisance cardiaque, les troubles psychiatriques (psychose ou autres troubles mentaux graves), le diabète (ou prédisposition héréditaire associée), la pancréatite, l’ostéoporose et le glaucome.
Andere dergelijke ziektes die mogelijk erger worden (of die zich ontwikkelen) als gevolg van een behandeling met methylprednisolon zijn onder meer hypertensie, hartfalen, psychische stoornissen (psychose of een ernstige mentale stoornis), diabetes (of geassocieerde erfelijke voorbeschiktheid), pancreatitis, osteoporose en glaucoom.