L’administration concomitante d’atovaquone, à la dose de 45 mg/kg/jour comme traitement prophylactique de la pneumonie à pneumocystis carinii chez des enfants (n=9) souffrant d’une leucémie lymphoblastique aiguë, a augmenté les concentrations plasmatiques (aire sous la courbe) d’étoposide et de son métabolite étoposide catéchol, respectivement d’une valeur médiane de 8,6 % (p=0,055) et de 28,4 % (p=0,031) (par rapport à l’administration concomitante d’étoposide et de sulfaméthoxazoletriméthoprime).
De gelijktijdige toediening van atovaquon in een dosis van 45mg/kg/dag aan kinderen (n=9) met acute lymfoblastische leukemie ter profylaxis van PCP bleek geassocieerd met een verhoging in de plasmaspiegels (AUC) van etoposide en zijn metaboliet etoposide catechol met een mediaan van 8,6% (P=0,055) en 28,4% (P=0,031) (respectievelijk vergeleken met de gelijktijdige toediening van etoposide en sulfamethoxazoltrimethoprim).