Bij brief, neergelegd ter griffie van deze Rechtbank op 25 maart 2009 laat de eerste verwerende partij weten dat het geschil zonder voorwerp is geworden en vraagt zij dat het bedrag van de rechtsplegings vergoeding zou worden herleid tot één vierde van het basisbedrag.
Bij brief, neergelegd ter griffie van deze Rechtbank op 25 maart 2009 laat de eerste verwerende partij weten dat het geschil zonder voorwerp is geworden en vraagt zij dat het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding zou worden herleid tot één vierde van het basisbedrag.