Chez l‘adulte prémédique âgé de plus de 60 ans, l‘adulte en mauvais état général ou l’adulte atteint de maladie chronique, la dose doit être significativement réduite, par exemple à 0,05 – 0,15 mg/kg, administrée en I. V. en 20 – 30 secondes permettant un effet au bout de deux minutes.
Bij volwassenen ouder dan 60 jaar die premedicatie ontvangen, verzwakte of chronisch zieke patiënten dient de dosis significant verlaagd te worden, bijvoorbeeld tot 0,05-0,15 mg/kg, intraveneus toegediend gedurende 20-30 seconden en rekening houdende met 2 minuten voor het optreden van het effect.