Les vaccins vivants atténués (par exemple, vaccin contre la rougeole, vaccin contre les oreillons et vaccin contre la rubéole..) sont déconseillés et les vaccins contre la fièvre jaune ne doivent pas être administrés en cas de traitement par Navelbine car ils peuvent augmenter le risque de maladie vaccinale fatale.
Levende verzwakte vaccins (bijv. het vaccin tegen mazelen, het vaccin tegen bof en het vaccin tegen rubella,…) zijn afgeraden en de vaccins tegen gele koorts mogen niet toegediend worden in geval van een behandeling met Navelbine aangezien ze het risico op een dodelijke vacinatieziekte kunnen verhogen.