Traduction de «max et asc augmentaient » (Français → Néerlandais) :

Les C max et ASC augmentaient de façon proportionnelle pour des doses variant de 0,0625 à 0,75 mg/kg pour la voie intraveineuse et pour des doses variant de 0,033 à 4,0 mg/kg pour la voie orale.
C max en AUC namen proportioneel toe met de dosering over het bereik: intraveneus 0,0625-0,75 mg/kg en oraal 0,033-4,0 mg/kg.

Au-delà de 400 mg administrés deux fois par jour, les C max et ASC moyennes du sorafénib n’augmentaient pas proportionnellement à la dose.
De gemiddelde C max en AUC namen in verhouding minder toe boven doses van 400 mg tweemaal daags.

Les concentrations plasmatiques à l'équilibre de l'oméprazole augmentaient en cas d'adjonction de clarithromycine (la C max , l'ASC 0-24 et le t 1/2 s'élevaient de 30, 89 et 34 % respectivement).
De plasmaconcentratie bij evenwicht van omeprazol nam toe (C max , AUC 0-24 , en t 1/2 met respectievelijk 30%, 89% en 34%) bij gelijktijdige toediening van clarithromycine.

Insuffisance hépatique Après l'administration de pantoprazole à des patients atteints d'insuffisance hépatique (classes A, B et C de Child-Pugh), les valeurs de demi-vie passaient entre 3 et 7 h et celles de l'ASC augmentaient d’un facteur 3 à 6, tandis que la C max ne croissait que légèrement, d’un facteur de 1,3 par comparaison avec les sujets en bonne santé.
Leverinsufficiëntie Na toediening van pantoprazol bij patiënten met leverinsufficiëntie (klassen A, B en C volgens Child) zijn de halfwaardetijden verlengd tot tussen 3 en 7 uur en de AUC-waarden 3 tot 6 keer groter, terwijl de C max slechts 1,3 hoger is in vergelijking met gezonde patiënten.

Indinavir : ASC : ↔ C max : ↔ Emtricitabine : ASC : ↔ C max : ↔ Indinavir : ASC : ↔ C max : ↔ Ténofovir : ASC : ↔ C max : ↔
Indinavir: AUC: ↔ C max : ↔ Emtricitabine: AUC: ↔ C max : ↔ Indinavir: AUC: ↔ C max : ↔ Tenofovir: AUC: ↔ C max : ↔

Rifabutine* # rifabutine ASC ↔ 300 mg une fois par jour rifabutine C min ↔ rifabutine C max ↔ 25-O-désacétyl-rifabutine ASC ↔ 25-O-désacétyl-rifabutine C min ↔ 25-O-désacétyl-rifabutine C max ↔ rilpivirine ASC ↓ 46% rilpivirine C min ↓ 49% rilpivirine C max ↓ 35%
Rifabutine* # rifabutine AUC ↔ 300 mg eenmaal daags rifabutine C min ↔ rifabutine C max ↔ 25-O-desacetyl-rifabutine AUC ↔ 25-O-desacetyl-rifabutine C min ↔ 25-O-desacetyl-rifabutine C max ↔ rilpivirine AUC ↓ 46% rilpivirine C min ↓ 49% rilpivirine C max ↓ 35%

(induction des enzymes du CYP3A) rifampicine ASC ↔ rifampicine C min NA rifampicine C max ↔ 25-désacétyl-rifampicine ASC ↓ 9% 25-désacétyl-rifampicine C min ↔ NA 25-désacétyl-rifampicine C max ↔ rilpivirine ASC ↓ 80% rilpivirine C min ↓ 89% rilpivirine C max ↓ 69%
(inductie van CYP3A-enzymen) rifampicine AUC ↔ rifampicine C min n.v.t. rifampicine C max ↔ 25-desacetyl-rifampicine AUC ↓ 9% 25-desacetyl-rifampicine C min ↔ n.v.t. 25-desacetyl-rifampicine C max ↔ rilpivirine AUC ↓ 80% rilpivirine C min ↓ 89% rilpivirine C max ↓ 69%

éthinylœstradiol ASC ↔ éthinylœstradiol C min ↔ éthinylœstradiol C max ↑ 17% noréthindrone ASC ↔ noréthindrone C min ↔ noréthindrone C max ↔ rilpivirine ASC ↔* rilpivirine C min ↔* rilpivirine C max ↔* * sur la base de contrôles historiques
ethinylestradiol AUC ↔ ethinylestradiol C min ↔ ethinylestradiol C max ↑ 17% norethindron AUC ↔ norethindron C min ↔ norethindron C max ↔ rilpivirine AUC ↔* rilpivirine C min ↔* rilpivirine C max ↔* * op basis van historische controles

La pharmacocinétique du telmisartan administré par voie orale n’est pas linéaire aux doses comprises entre 20 et 160 mg (augmentation plus importante des concentrations plasmatiques (C max et ASC) pour des doses croissantes).
De farmacokinetiek van oraal toegediend telmisartan is niet lineair bij doseringen van 20 – 160 mg, met bovenproportionele stijgingen van de plasmaconcentraties (C max en AUC) bij verhoging van de dosering.

Après l’administration de doses répétées de furoate de fluticasone/vilanterol pendant 7 jours, il n’y a pas eu d’augmentation significative de l’exposition systémique au vilanterol (C max et ASC) chez les sujets avec une insuffisance hépatique légère, modérée ou sévère (Child-Pugh A, B ou C).
Na herhaalde toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 7 dagen was er geen significante toename van de systemische blootstelling aan vilanterol (C max en AUC) bij proefpersonen met een lichte, matige of ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh A, B of C).