A partir de l’automne 1990, le V-RG a été utilisé exclusivement du fait de sa meilleure stabilité et de sa meilleure innocuité pour les espèces animales non cibles qui pouvaient également l’ingérer [10, 12].
Vanaf de herfst van 1990 werd alleen nog het V-RG gebruikt omwille van zijn grotere stabiliteit en onschadelijkheid voor andere diersoorten dan deze behorende tot de targetgroep die het eventueel opeten [10, 12].