Chez les patients présentant une fonction rénale et hépatique normale, la concentration plasmatique d’épirubicine chute après injection intraveineuse d’une dose de 60-150 mg/m² selon une voie tri-exponentielle, avec une première phase très rapide et une phase tardive lente ; la demi-vie est d’environ 40 heures.
Bij patiënten met een normale lever- en nierfunctie daalt de plasmaspiegel van epirubicine na een intraveneuze injectie van 60-150 mg/m² volgens een tri-exponentieel patroon met een zeer snelle eerste fase en een trage laatste fase met een gemiddeld halfwaardetijd van ongeveer 40 uur.