Vertaling van "ml min schéma " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

schéma de surveillance de la pression intracrânienne
regime voor intracraniële drukmonitoring

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Insuffisance rénale (clairance de la créatinine ≤ 50 ml/min) Schéma posologique 250 mg/24 h 500 mg/24 h 500 mg/12 h Clairance de la dose initiale: 250 mg dose initiale: 500 mg dose initiale: 500 mg créatinine 50 – 20 ml/min puis: 125 mg/24 h puis: 250 mg/24 h puis: 250 mg/12 h 19 – 10 ml/min puis: 125 mg/48 h puis: 125 mg/24 h puis: 125 mg/12 h < 10 ml/min (y compris hémodialyse et DPCA) 1 puis: 125 mg/48 h puis: 125 mg/24 h puis: 125 mg/24 h
Verminderde nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 50 ml/min) Dosering 250 mg/24 uur 500 mg/24 uur 500 mg/12 uur Creatinineklaring eerste dosis: 250 mg eerste dosis: 500 mg eerste dosis: 500 mg 50 – 20 ml/min daarna: 125 mg/24 uur daarna: 250 mg/24 uur daarna: 250 mg/12 uur 19 – 10 ml/min daarna: 125 mg/48 uur daarna: 125 mg/24 uur daarna: 125 mg/12 uur < 10 ml/min daarna: 125 mg/48 uur daarna: 125 mg/24 uur daarna: 125 mg/24 uur

Les schémas posologiques suivants sont recommandés : Clairance de la créatinine Schéma posologique > 60 ml/min. dose normale 60 ml/min. 200 mg par jour 40 ml/min.
Volgende doseerschema's worden aanbevolen: Creatinineklaring Doseerschema > 60 ml/min Normale dosis 60 ml/min 200 mg/dag 40 ml/min 150 mg/dag 20 ml/min 100 mg/dag 10 ml/min 100 mg/dag om de 2 dagen Anefrische patiënten 100 mg/dag om de 3 dagen

Schéma posologique 250 mg/24 h 500 mg/24 h 500 mg/12 h Clairance de la première dose : 250 mg première dose : 500 mg première dose : 500 mg créatinine 50-20 ml/min ensuite : 125 mg/24 h ensuite : 250 mg/24 h ensuite : 250 mg/12 h 19-10 ml/min ensuite : 125 mg/48 h ensuite : 125 mg/ 24 h ensuite : 125 mg/12 h < 10 ml/min ensuite : 125 mg/48 h ensuite : 125 mg/24 h ensuite : 125 mg/24 h
Doseringsschema 250 mg/24 u 500 mg/24 u 500 mg/12 u Creatinineklaring eerste dosis: 250 mg eerste dosis: 500 mg eerste dosis: 500 mg 50-20 ml/min dan: 125 mg/24 u dan: 250 mg/24 u dan: 250 mg/12 u 19-10 ml/min dan: 125 mg/48 u dan: 125 mg/24 u dan: 125 mg/12 u < 10 ml/min dan: 125 mg/48 u dan: 125 mg/24 u dan: 125 mg/24 u

C max (pic, g/l) 23,4 (10,4-34,6) 26,3 (20,9-32,9) C min (résiduel, g/l) 10,2 (5,8-14,7) 12,3 (10,4-18,8) (schéma sur 3 semaines) 9,4 (7,3-13,2) (schéma sur 4 semaines)
C max (piek, g/l) 23,4 (10,4-34,6) 26,3 (20,9-32,9) C min (dal, g/l) 10,2 (5,8-14,7) 12,3 (10,4-18,8) (3-weeks schema) 9,4 (7,3-13,2) (4-weeks schema)

On ignore si un schéma d’hydratation adéquat peut prévenir cet effet, mais il faut réduire la posologie ou arrêter la thérapie en cas de modifications modérées (clairance de la créatinine 41 à 59 ml/min) ou sévères (clairance de la créatinine 21 à 40 ml/min) de la fonction rénale.
Het is niet bekend of een geschikt hydratatieschema dit effect kan voorkomen, maar dosisvermindering of staken van de therapie is vereist bij een matige (creatinine klaring 41 tot 59 ml/min) of een ernstige (creatinine klaring 21 tot 40 ml/min) nierfunctieafwijking.

Les schémas thérapeutiques en monothérapie et en thérapie combinée avec Yondelis ne doivent pas être administrés si la clairance de la créatinine est respectivement inférieure à 30 ml/min et à 60 ml/min (voir rubrique 4.2).
Yondelis als monotherapie en in combinatieregimes mag niet worden gebruikt bij patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min respectievelijk < 60 ml/min (zie rubriek 4.2).

Description de certains effets indésirables Saignements Avec une perfusion de 0,4 microgramme/kg/min, et avec le schéma de dose bolus de 25 microgrammes/kg, les taux de complications de saignements majeurs sont faibles et ne sont pas significativement plus élevés.
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen Bloeding Zowel met Aggrastat 0,4 microgram/kg/min infusie behandelingschema als met de 25 microgram/kg bolusbehandeling is de incidentie van bloedingscomplicaties laag en wordt niet significant verhoogd.

Ce schéma posologique, lorsqu’il est suivi par une perfusion continue de 2,0 microgrammes/kg/min, entraîne chez plus de 80 % des patients une inhibition > 80 % de l’agrégation plaquettaire ex vivo induite par l’ADP, pour des concentrations physiologiques en calcium.
Wanneer een continue infusie van 2,0 microgram/kg/min volgt, leidt deze behandeling tot een remming > 80% van de ADPgeïnduceerde ex vivo trombocytenaggregatie, bij fysiologische calciumconcentraties, bij meer dan 80% van de patiënten.