Idéalement, l’activité plasmatique anti-Xa, évaluée au moyen d’un test approprié et d’une courbe de référence correcte d’Orgaran, doit être comprise entre maximum 1,5 et 2,0 unités anti-Xa/ml ; pendant l’intervention, elle ne peut pas descendre à des valeurs nettement inférieures à 0,8 unité anti-
Idealiter moet de plasma anti-Xa activiteit, met behulp van een geschikte test en een correcte Orgaran referentiecurve, gelegen zijn tussen 1,5 en 2,0 anti-Xa eenheden/ml maximaal; ze mag niet ver onder de 0,8 anti-Xa een - heden/ml dalen tijdens de ingreep.