Het inspectiekorps: mag zijn bevoegdheden enkel uitoefenen in het kader van het toezicht op de naleving van de wetten waarvoor het bevoegd is (finaliteitsprincipe) mag enkel de gepaste en noodzakelijke maatregelen treffen (proporti
onaliteitsbeginsel) moet zich met een gehomologeerd bewijsstuk legitimeren
moet zich houden
aan enkele formele garanties (schriftelijke vaststellingen)
moet vertrouwelijk omgaan met sociale gegevens van persoonlijke aard heef
...[+++]t geheimhoudingsplicht (t.a.v. indieners van aangiftes) en integriteitsplicht (geen belangenvermenging) moet zich houden aan de plichtenleer (voorschriften bepaald door de Koning, na advies van de SIOD).