Vertaling van "médiane de traitement en première ligne était respectivement " (Frans → Nederlands) :

Sept ans après l’inclusion du dernier patient, la durée médiane de traitement en première ligne était respectivement de 82 et de 8 mois dans les bras traités par Glivec et par l’IFN.
Zeven jaar nadat de laatste patiënt was geïncludeerd, bedroeg de mediane duur van de eerstelijnsbehandeling 82 en 8 maanden in respectievelijk de Glivec en IFN-armen.

En traitement de première ligne, la survie médiane sans progression dans la population en intention de traiter était de 5,8 mois (IC 95% 5,1 - 6,2 mois) pour Xeloda en monothérapie et de 7,8 mois (IC 95% 7,0 - 8,3 mois ; p=0,0002) pour XELIRI.
In de eerstelijns behandeling was de mediane overleving in de intent-to-treat populatie 5,8 maanden (95% BI 5,1-6,2 maanden) voor Xeloda monotherapie en 7,8 maanden (95 % BI 7,0-8,3 maanden; p=0,0002) voor XELIRI.

En traitement de première ligne, la survie médiane sans progression dans la population en intention de traiter était de 5,8 mois (IC 95% 5,1 - 6,2 mois) pour Xeloda en monothérapie et de 7,8 mois (IC95%, 7,0 - 8,3 mois ; p=0,0002) pour XELIRI.
In de eerstelijns behandeling was de mediane overleving in de intent-to-treat populatie 5,8 maanden (95% BI, 5,1-6,2 maanden) voor Xeloda monotherapie en 7,8 maanden (95 % BI 7,0-8,3 maanden; p=0,0002) voor XELIRI.

Au moment de la soumission du rapport d’étude, la durée médiane du traitement par Iclusig était respectivement de 281 jours chez les patients atteints de LMC-PC, de 286 jours chez ceux atteints LMC-PA et de 86 jours chez ceux atteints de LMC-PB/LAL Ph+.
Ten tijde van rapportage was de mediane duur van behandeling met Iclusig 281 dagen bij CP-CML-patiënten, 286 dagen bij AP-CML-patiënten en 86 dagen bij BP-CML/Ph+ ALL-patiënten.

La durée médiane de traitement en seconde ligne par Glivec était de 64 mois.
De mediane duur van de tweedelijnsbehandeling met Glivec was 64 maanden.

En utilisant cette approche, les taux estimés de réponse cumulée au traitement par Glivec en première ligne se sont améliorés de 12 mois à 84 mois respectivement comme suit : RHC de 96,4% à 98,4% et RCyC de 69,5% à 87,2%.
Met gebruikmaking van deze benadering, verbeterden de geschatte cumulatieve responscijfers voor de eerstelijnsbehandeling met Glivec van 12 maanden behandeling tot 84 maanden behandeling als volgt: CHR van 96,4% tot 98,4% en CCyR van 69,5% tot 87,2%.

Les caractéristiques à l'inclusion étaient bien équilibrées entre les deux groupes de traitement quant à l'âge (l'âge médian était de 46 ans pour le groupe SPRYCEL et de 49 ans pour le groupe imatinib avec 10% et 11% de patients âgés de 65 ans ou plus, respectivement), au sexe (femmes 44% et 37%, respectivement), et race (caucasiens 51% et 55%; asiatiques 42% et 37%, respectivement), A l'inclusion, la distribution du score de Hasford était similaire dans les groupes de traitement SPRYCEL et imatinib (risque bas: 33% et 34%; risque intermédiaire 48% et 47%; risque élevé: 19% et 19%, respectivement).
De uitgangskenmerken in de twee behandelgroepen waren goed vergelijkbaar, zowel wat betreft de leeftijd (de mediane leeftijd in de SPRYCEL groep was 46 jaar en in de imatinibgroep 49 jaar, terwijl respectievelijk 10% en 11% van de patiënten ouder was dan 65 jaar), het geslacht (respectievelijk 44% en 37% vrouwen) als het ras (respectievelijk 51% en 55% blank en 42% en 37% Aziatisch).

La durée médiane du traitement était de 16,6 mois (intervalle: 0,03 à 30,4 mois), 11 mois (intervalle : 0,03 à 55,1 mois) et 5,5 mois (intervalle 0,3 à 30,4 mois), respectivement.
De mediane duur van de therapie was respectievelijk 16,6 maanden (bereik: 0,03 tot 30,4 maanden), 11 maanden (bereik: 0,03 tot 55,1 maanden), en 5,5 maanden (bereik: 0,3 tot 30,4 maanden).

Le jour même ou le jour suivant l’administration de spinosad à une dose de 45 à 70 mg/kg de masse corporelle, l’incidence de vomissements observée dans l’essai clinique était de 5,6%, 4,2% et 3,6% respectivement au bout du premier, du deuxième et du troisième mois de traitement.
Op de dag van, of de dag na de toediening van spinosad met een dosis van 45 – 70 mg/kg lichaamsgewicht, was het waargenomen optreden van braken bij het veldonderzoek 5,6%, 4,2% en 3,6% na respectievelijk de eerste, tweede en derde maandelijkse behandeling.