Traduction de «médicaments antiépileptiques dont » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Définition: Trouble mal défini dont la validité nosologique reste incertaine. Cette catégorie concerne des enfants ayant un retard mental prononcé (Q.I. inférieur à 34) associé à une hyperactivité importante, une perturbation majeure de l'attention et des comportements stéréotypés. Les médicaments stimulants sont habituellement inefficaces (alors qu'ils peuvent être efficaces chez les enfants ayant un Q.I. normal) et peuvent provoquer une réaction dysphorique sévère (accompagnée parfois d'un ralentissement psychomoteur). A l'adolescence, l'hyperactivité fait souvent place à une hypoactivité (ce qui n'est habituellement pas le cas chez les enfants hyperkinétiques d'intelligence normale). Ce syndrome s'accompagne par ailleurs souvent de divers retards du développement, spécifiques ou globaux. On ne sait pas dans quelle mesure le syndrome comportemental est la conséquence du retard mental ou d'une lésion cérébrale organique.
Omschrijving: Dit is een slecht omschreven stoornis waarvan de nosologische validiteit niet vaststaat. De categorie is bedoeld om de verschijnselen in onder te brengen van een groep kinderen met ernstige zwakzinnigheid (IQ onder 34) wier problemen vooral te maken hebben met hyperactiviteit en met aandacht, evenals met stereotiep gedrag. Ze verbeteren meestal niet onder medicatie met stimulerende middelen (anders dan kinderen met een normaal IQ) en kunnen op die middelen een ernstig dysfore reactie vertonen (soms met psychomotore vertraging); in deze groep neigt de hyperactiviteit tijdens de adolescentie plaats te maken voor hypoactiviteit (een patroon dat niet gebruikelijk is bij hyperkinetische kinderen met normale intelligentie). Dit syndroom gaat ook vaak samen met verschillende specifieke- of globale vertragingen van de ontwikkeling. De mate waarin het gedragspatroon een functie is van het lage IQ dan wel van organisch hersenletsel is niet bekend.

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Chez les patients avec ou sans antécédents de crises ou d'épilepsie, les médicaments antiépileptiques, dont le topiramate, doivent être arrêtés progressivement afin de minimiser le potentiel de crises ou l'augmentation de la fréquence des crises.
Bij patiënten met of zonder voorgeschiedenis van convulsies of epilepsie moeten anti-epileptica met inbegrip van topiramaat geleidelijk worden stopgezet om de kans op aanvallen of een toename van de epilepsiefrequentie te verkleinen.

Chez les patients avec ou sans antécédent de convulsion ou d’épilepsie, les médicaments antiépileptiques dont le topiramate doivent être arrêtés progressivement afin de minimiser le risque potentiel de crise convulsive ou d’augmentation de la fréquence des crises.
Bij patiënten met of zonder voorgeschiedenis van epileptische aanvallen dienen anti-epileptica, waaronder topiramaat, geleidelijk te worden afgebouwd om de mogelijkheid van aanvallen of een verhoogde aanvalsfrequentie te minimaliseren.

Picoprep pouvant modifier l’absorption de médicaments oraux prescrits de manière régulière, il doit donc être utilisé avec prudence : des cas isolés de crises épileptiques ont ainsi été rapportés chez des patients sous antiépileptiques dont l’épilepsie était précédemment équilibrée (voir 4.5 et 4.8).
Er zijn bijvoorbeeld enkele meldingen van toevallen bij patiënten die anti-epileptica gebruiken die daarvoor goed onder controle waren (zie 4.5 en 4.8).

La colestyramine peut réduire l'absorption d'autres médicaments, dont les anticoagulants oraux (p.ex. warfarine), les diurétiques thiazidiques (p.ex. chlorothiazide) et furosémide, les dérivés digitaliques (digoxine et digitoxine), certains antiépileptiques (phénobarbital, acide valproïque), les médicaments contenant des hormones thyroïdiennes (p.ex. thyroxine), les tétracyclines, la pénicilline G, les AINS (p.ex. diclofenac, sulindac, phénylbutazone), les oxicams, les alcaloïdes apparentés, l'entacapone, le léflunomide, le mycophénolate mofétil, le raloxifène, l'amiodarone, le métronidazole, la céphalexine, le paracétamol, le glipizide, l'hydrocortisone, la chloroquine et le méthotrexate.
Colestyramine kan de absorptie van andere geneesmiddelen verminderen, zoals van orale anticoagulantia (vb. warfarine), thiazide diuretica (vb. chloorthiazide) en furosemide diuretica, digitalisderivaten (digoxine en digitoxine), bepaalde anti-epileptica (fenobarbital, valproïnezuur), geneesmiddelen die schildklierhormonen bevatten (vb. thyroxine), de tetracyclines, penicilline G, de NSAID’s (vb. diclofenac, sulindac, fenylbutazon), oxicams, aanverwante alkaloïden, entacopone, leflunomide, mycofenolaat mofetil, raloxifeen, amiodaron, metronidazol, ceflaxine, paracetamol, glipizide, hydrocortisone, chloroquine en methotrexaat.

Les autres médicaments dont vous devez parler à votre médecin ou votre pharmacien incluent les autres médicaments antiépileptiques, la rispéridone, le lithium, l’hydrochlorothiazide, la metformine, la pioglitazone, le glibenclamide, l’amitriptyline, le propranolol, le diltiazem, la venlafaxine, la flunarizine.
Andere geneesmiddelen die u met uw arts of apotheker dient te bespreken zijn onder andere: andere geneesmiddelen tegen epilepsie, risperidon, lithium, hydrochloorthiazide, metformine, pioglitazon, glibenclamide (glyburide), amitriptyline, propranolol, diltiazem, venlafaxine, flunarazine.

Les autres médicaments dont vous devez parler à votre médecin ou votre pharmacien incluent les autres médicaments antiépileptiques, la rispéridone, le lithium, l’hydrochlorothiazide, la metformine, la pioglitazone, le glibenclamide (glyburide), l’amitriptyline, le propranolol, le diltiazem, la venlafaxine, la flunarizine.
Andere geneesmiddelen die u met uw arts of apotheker dient te bespreken zijn onder andere: andere geneesmiddelen tegen epilepsie, risperidon, lithium, hydrochloorthiazide, metformine, pioglitazon, glibenclamide (glyburide), amitriptyline, propranolol, diltiazem, venlafaxine, flunarizine.

D'autres médicaments dont vous devriez parler avec votre médecin ou votre pharmacien sont notamment les autres médicaments antiépileptiques, la rispéridone, le lithium, l'hydrochlorothiazide, la metformine, la pioglitazone, le glyburide, l'amitriptyline, le propranolol, le diltiazem, la venlafaxine, la flunarazine.
Andere geneesmiddelen die u met uw arts of apotheker moet bespreken, zijn andere anti-epileptica, risperidon, lithium, hydrochloorthiazide, metformine, pioglitazon, glyburide, amitriptyline, propranolol, diltiazem, venlafaxine en flunarazine.

les antidouleurs narcotiques, dont les opiacés les antispasmodiques, antidépresseurs, antipsychotiques, antiparkinsoniens les médicaments à base de fer, d’aluminium (antiacides, sucralfate), de calcium (antiacides, suppléments de calcium) les produits qui agissent sur le système nerveux – opiacés, antiépileptiques, antagonistes du calcium.
narcotische pijnstillers waaronder de opiaten antispasmodica, antidepressiva, antipsychotica, anti-parkinsonmiddelen geneesmiddelen op basis van ijzer, aluminium (antacid, sucralfaat), calcium (antacida, calciumsupplementen) middelen die inwerken op het zenuwstelsel: opiaten, anti-epileptica, calciumantagonisten.

De plus, ils prennent particulièrement plus de médicaments ( dont e.a des neuropleptiques et antiépileptiques) pour lesquels il n’y a pas toujours le suivi (médical) suffisant.
Bovendien nemen ze bijzonder veel medicijnen (waaronder o.a. neuroleptica en anti-epileptica), waarvoor er ook niet altijd voldoende (medische) opvolging is.

Les personnes dont le gène codant pour le CYP2D6 est inactif ou absent (" poor metabolizers " ) métabolisent plus lentement que les " extensive metabolizers " les médicaments qui sont des substrats de cette enzyme (p.ex. certains antiarythmiques et antiépileptiques, voir tableau dans l’Introduction du Répertoire), ce qui peut entraîner une augmentation des taux plasmatiques et de la toxicité [voir Folia d' août 2003 ].
Personen bij wie het gen dat codeert voor CYP2D6 inactief of afwezig is (" poor metabolizers" ), breken geneesmiddelen die substraat zijn voor dit enzym (bv. bepaalde anti-aritmica en anti-epileptica, zie tabel in Inleiding van het Repertorium) trager af dan " extensive metabolizers" , met mogelijk verhoogde plasmaspiegels en toxiciteit [zie Folia augustus 2003 ].