Traduction de «métabolites kéto-réduits avec une exposition moyenne environ » (Français → Néerlandais) :

Biotransformation Les études in vitro montrent que le bocéprévir est principalement métabolisé par la voie médiée par l’aldo-kéto-réductase (AKR) en métabolites kéto-réduits inactifs contre le VHC. Après une dose orale unique de 800 mg de 14 C-bocéprévir, les métabolites circulant les plus abondants étaient un mélange diastéréoisomérique de métabolites kéto-réduits avec une exposition moyenne environ 4-fois supérieure à celle du bocéprévir.
Biotransformatie Uit onderzoek in vitro blijkt dat boceprevir voornamelijk via de door aldo-ketoreductase (AKR) gemedieerde pathway gemetaboliseerd wordt tot ketongereduceerde metabolieten die onwerkzaam zijn tegen HCV. Na een eenmalige orale dosis van 800 mg van 14 C-boceprevir waren de meest voorkomende circulerende metabolieten een diasteriomerisch mengsel van ketongereduceerde metabolieten met een gemiddelde blootstelling die ongeveer 4 maal groter was dan die van boceprevir.

L'administration concomitante d'oméprazole (40 mg une fois par jour) a réduit l'exposition moyenne du nelfinavir par environ 40% et l'exposition moyenne de la M8 métabolite actif a été réduite d'environ 75-90%.
Gelijktijdige toediening van omeprazole (40 mg eenmaal daags) verminderde de gemiddelde nelfinavir blootstelling met ca. 40% en de gemiddelde blootstelling van de farmacologisch actieve metaboliet M8 werd verminderd met ca. 75-90%.

La coadministration d'oméprazole (40 mg une fois par jour) réduisait l'exposition moyenne au nelfinavir d'environ 40 %, et l'exposition moyenne au métabolite pharmacologiquement actif M8 était réduite d'environ 75 à 90 %.
Gelijktijdige toediening van omeprazol (40 mg eenmaal per dag) verlaagde de gemiddelde blootstelling aan nelfinavir met ongeveer 40% en de gemiddelde blootstelling aan de farmacologisch actieve metaboliet M8 daalde met ongeveer 75-90%.

L’administration concomitante d’oméprazole et de nelfinavir est contre-indiquée (voir rubrique 4.3). L’administration concomitante d’oméprazole (40 mg une fois par jour) a réduit l’exposition moyenne au nelfinavir d’environ 40 % et l’exposition moyenne au M8, un métabolite pharmacologiquement actif, d’environ 75 à 90 %.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (40 mg eenmaal per dag) verminderde de gemiddelde blootstelling aan nelvinavir met ongeveer 40% en de gemiddelde blootstelling aan de farmacologisch actieve metaboliet M8 was met ongeveer 75 –90% verminderd.

La coadministration d'oméprazole (40 mg une fois par jour) réduisait l'exposition moyenne au nelfinavir d'environ 40 % et l'exposition moyenne au métabolite actif M8 de 75 à 90 %.
Gelijktijdige toediening van omeprazol (40 mg eenmaal daags) heeft de gemiddelde blootstelling aan nelvinavir verminderd met ca. 40% en de gemiddelde blootstelling van de farmacologisch actieve metaboliet M8 met ca. 75 –90%.

Poids : L'exposition moyenne (ASC) du métabolite actif du prasugrel est environ 30 à 40 % plus élevée chez les sujets sains et les patients < 60 kg par rapport à ceux ≥ 60 kg.
Lichaamsgewicht: de gemiddelde blootstelling (AUC) aan de actieve metaboliet van prasugrel is bij gezonde proefpersonen en patiënten met een lichaamsgewicht < 60 kg ongeveer 30 tot 40% hoger dan bij gezonde proefpersonen en patiënten ≥60 kg.

Dans une série d’études portant sur des volontaires sains, le ritonavir (administré à une dose de 100 mg deux fois par jour ou 600 mg deux fois par jour) ou le ritonavir 100 mg associé au lopinavir (Kaletra) 400 mg deux fois par jour a réduit, proportionnellement à la dose, l’exposition au bupropion et à ses principaux métabolites d’environ 20 à 80 % (voir rubrique 5.2).
In een reeks studies bij gezonde vrijwilligers verminderde ritonavir (toediening van een dosis van 100 mg tweemaal per dag of 600 mg tweemaal per dag) of ritonavir 100 mg samen met lopinavir 400 mg tweemaal per dag, in verhouding met de dosis, de blootstelling aan bupropion en zijn belangrijkste metabolieten met ongeveer 20 à 80 % (zie rubriek 5.2).