Les infections dues à des agents pathogènes présentant des β-lactamases inductibles, génétiquement codées de type AmpC ne doivent donc pas être traitées par ceftriaxone, même en cas de sensibilité démontrée en milieu in vitro, car il existe un risque de sélection de mutants déréprimés exprimant des β-lactamases constitutives de type AmpC.
Daarom mogen infecties die veroorzaakt worden door pathogenen met induceerbare, chromosomaal geëncodeerde AmpC- β-lactamasen niet behandeld worden met ceftriaxone: zelfs in het geval van aangetoonde in-vitro susceptibiliteit vanwege het risico op de selectie van mutanten met constitutieve, niet-onderdrukte AmpC- β-lactamasen-expressie.