Daarom bepaalt artikel 3, § 2, laatste alinea van het Koninklijk Besluit van 13 augustus 1962: «De adviseur‑directeur moet verder over de uitdrukkelijke conclusies van een medisch onderzoek beschikken, ..». dat dus niet noodzakelijk door een geneesheer, vast verbonden aan het P.M.S.‑centrum wordt uitgevoerd. Hetzelfde koninklijk besluit bepaalt in artikel 15, tweede alinea: «De geneeskundige bundel of het duplicata
hiervan moet in de dienst of in het centrum bewaard blijven», en in artikel 52, a) «.; de uitslagen hiervan ( = van het medisch onderzoek) worden ter beschikking gesteld van de dienst of van het centrum ingevolge een overeenk
...[+++]omst gesloten tussen de instelling die instaat voor bedoeld toezicht (= M.S.T) en de dienst of het centrum ( = P.M.S.), zulks met goedkeuring van de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, en van Nationale Opvoeding en Cultuur; ..».