Traduction de «nexavar ctcae grade » (Français → Néerlandais) :

Des cas de pancréatite clinique ont été rapportés chez 2 des 451 patients traités par Nexavar (CTCAE Grade 4) dans l’étude 1, 1 des 297 patients traités par Nexavar dans l’étude 3 (CTCAE Grade 2), et chez 1 des 451 patients du groupe placebo (CTCAE Grade 2) dans l’étude.
Klinische pancreatitis trad op bij 2 van de 451 met Nexavar behandelde patiënten (CTCAE graad 4) in studie 1, en bij 1 van de 297 met Nexavar behandelde patiënten in studie 3 (CTCAE graad 2), en 1 van de 451 patiënten (CTCAE graad 2) in de placebogroep in studie.

Une hypophosphatémie de CTCAE Grade 3 (1 à 2 mg/dl) est survenue dans l’étude 1 chez 13 % des patients traités par Nexavar et chez 3 % des patients du groupe placebo, dans l’étude 3 chez 11 % des patients traités par Nexavar et chez 2 % des patients du groupe placebo.
CTCAE graad 3 hypofosfatemie (1 – 2 mg/dl) trad in studie 1 op bij 13 % van de met Nexavar behandelde patiënten en 3 % van de patiënten in de placebogroep, en in studie 3 bij 11 % van de met Nexavar behandelde patiënten en 2 % van de patiënten in de placebogroep.

Des élévations de l’amylasémie de CTCAE grade 3 ou 4 ont été rapportées chez 1 % et 2 % des patients du groupe Nexavar respectivement dans l’étude 1 et l’étude 3, contre 3 % chez les patients de chaque groupe placebo.
CTCAE graad 3 of 4 verhoogd amylase werd gemeld in 1 % en 2 % van de patiënten in de Nexavar-groep in respectievelijk studie 1 en studie 3, vergeleken met 3 % van de patiënten in elke placebogroep.

Aucun cas d’hypophosphatémie de CTCAE Grade 4 (< 1 mg/dl) n’a été rapporté ni dans le groupe traité par Nexavar ni dans le groupe placebo dans l’étude 1, et 1 cas a été rapporté dans le groupe placebo dans l’étude.
Er werden geen gevallen van CTCAE graad 4 hypofosfatemie (< 1 mg/dl) gemeld, noch in de Nexavar-groep, noch in de placebogroep van studie 1, en 1 geval in de placebogroep van studie.

Les anomalies biologiques de CTCAE Grade 3 ou 4 survenues chez ≥ 5 % des patients traités par Nexavar incluaient des lymphopénies et des neutropénies.
CTCAE graad 3 of 4 afwijkingen bij laboratoriumonderzoeken, waaronder lymfopenie en neutropenie, traden op bij ≥ 5 % van de met Nexavar behandelde patiënten

Dans ces études, une hypokaliémie de CTCAE grade 3 s’est produite chez 1,1 % et 0,4 % des patients traités par Nexavar et chez 0,2 % et 0,7 % des patients sous placebo.
In deze onderzoeken trad CTCAE graad 3 hypokaliëmie op bij respectievelijk 1,1% en 0,4% van de patiënten die werden behandeld met Nexavar en bij 0,2% en 0,7% van de patiënten in de placebogroep.

Des élévations de la lipasémie de grade 3 ou 4 selon le CTCAE (Critères communs de toxicité) sont survenues chez 11 % et 9 % des patients dans le groupe traité par Nexavar respectivement dans l’étude 1 (Carcinome rénal) et l’étude 3 (Carcinome hépatocellulaire), contre 7 % et 9 % chez les patients du groupe placebo.
CTCAE graad 3 of 4 verhogingen in lipase traden op bij 11 % en 9 % van de patiënten in de Nexavar-groep in respectievelijk studie 1 (niercelcarcinoom, RCC) en studie 3 (hepatocellulair carcinoom, HCC) vergeleken met 7 % en 9 % van de patiënten in de placebogroep.