Vertaling van "niveau des récepteurs muscariniques centraux " (Frans → Nederlands) :

L'atropine inhibe l'effet de l'acétylcholine au niveau des récepteurs muscariniques centraux et périphériques avec peu d'effet sur les récepteurs nicotiniques.
Atropine inhibeert de werking van acetylcholine op centrale en perifere muscarinereceptoren met weinig effect op de nicotinereceptoren.

L’oxybutynine agit comme antagoniste compétitif de l'acétylcholine au niveau des récepteurs muscariniques postganglionnaires, entraînant la relaxation du muscle lisse de la vessie.
Oxybutynine werkt als een competitieve antagonist van acetylcholine op postganglionaire muscarinereceptoren, hetgeen leidt tot ontspanning van de gladde spier van de urineblaas.

Mécanisme d'action : l’oxybutynine agit en tant qu’antagoniste compétitif de l'acétylcholine au niveau des récepteurs muscariniques postganglionnaires, entraînant la relaxation du muscle lisse de la vessie.
Werkingsmechanisme: oxybutynine werkt als een competitieve antagonist van acetylcholine op postganglionaire muscarinereceptoren, hetgeen leidt tot ontspanning van de gladde spier van de urineblaas.

L'absorption au niveau du récepteur muscarinique local est très rapide.
Het product wordt snel t.h.v. de locale muscarinereceptoren geabsorbeerd.

La quétiapine et la norquétiapine ont également une haute affinité au niveau des récepteurs histaminergiques et adrénergiques α 1 , avec moins d’affinité au niveau des récepteurs adrénergiques α 2 et sérotoninergiques 5HT 1 A. La quétiapine n’a pas d’affinité appréciable au niveau des récepteurs cholinergiques muscariniques ou benzodiazépine.
Quetiapine en norquetiapine hebben ook een grote affiniteit voor histaminerge en adrenerge α 1 -receptoren, met een lagere affiniteit voor adrenerge α 2 - en serotonine-5HT 1 A- receptoren. Quetiapine heeft geen merkbare affiniteit voor cholinerge muscarine- of benzodiazepinereceptoren.

4.9 Surdosage Un surdosage de l'antagoniste des récepteurs muscariniques qu'est le chlorhydrate de propiverine peut éventuellement produire des effets anticholinergiques centraux se traduisant par une agitation motrice, des étourdissements, des vertiges, des troubles de l'élocution et de la vision et une faiblesse musculaire.
4.9 Overdosering Overdosering met de muscarine receptor antagonist propiverinehydrochloride kan mogelijk resulteren in centrale cholinerge effecten, bijv, rusteloosheid, duizeligheid, hoogtevrees, aandoeningen van spraak en visie en spierzwakte.

Ces effets sont liés à une action antagoniste spécifique au niveau des récepteurs centraux appartenant au complexe de récepteurs macromoléculaires « GABA-oméga » (BZ1 & BZ2), qui module l’ouverture du canal chloré.
Deze effecten zijn gerelateerd aan een specifieke agonistwerking aan de centrale receptoren die behoren tot het “GABA-omega” (BZ1 & BZ2) macromoleculair receptorcomplex, die de opening van het chlorideionkanaal regelen.

Ces effets sont liés à une activité agoniste spécifique au niveau des récepteurs centraux faisant partie du complexe macromoléculaire GABA-oméga (BZ1 & BZ2) qui régule l'ouverture des canaux aux ions chlore.
Deze effecten zijn gerelateerd aan een specifieke agonistische activiteit ter hoogte van centrale receptoren die behoren tot het ‘GABA-omega (BZ1 & BZ2) macromoleculaire receptor’ complex, dat het openen van het chlorideionenkanaal moduleert.

Un test in vitro général sur l’activité des récepteurs a démontré que le plérixafor, à une concentration (5 µg/ml) plusieurs fois supérieure au niveau systémique humain maximum, possède une affinité de liaison modérée ou forte à différents récepteurs essentiellement situés sur des terminaisons nerveuses pré-synaptiques dans le SNC et/ou le SNP (récepteurs du canal calcique de type N, du canal potassique SK CA , de l’histamine H 3 , de l’acétylcholine muscarinique M 1 et M 2 , adrénergique α1 B et α2 C , du neuropeptide Y/Y 1 et récepteurs NMDA du glutamate liant les polyamines).
Een screening van algemene receptor-activiteit in vitro heeft aangetoond dat plerixafor bij een concentratie van 5 µg/ml, een aantal malen hoger dan het maximale niveau in het menselijk systeem, redelijke of sterke bindingsaffiniteit heeft voor verschillende receptoren, voornamelijk in presynaptische zenuwuiteinden in het CZS en/of het PZS (calciumkanaal type N, kaliumkanaal SK CA en receptoren voor histamine H 3 , acetylcholine/muscarine M 1 en M 2 , adrenergisch α1 B en α2 C , neuropeptide Y/Y 1 en glutamaat NMDA polyamine receptors).