En présence de signes cliniques d’une affection urologique (par ex. tout de même des difficultés mictionnelles ou intervention antérieure au niveau du petit bassin), d’un problème neurologique sous-jacent, ou lorsque le traitement de première ligne est inefficace [n.d.l.r.: ou en cas de diabète ou de suspicion d’une affection néoplasique], le patient doit être adressé à un spécialiste.
Wanneer er klinische tekenen zijn van een urologische aandoening (b.v. toch moeilijkheden bij het urineren, of vroegere ingreep ter hoogte van het kleine bekken), wanneer er een onderliggend neurologisch probleem is, of wanneer de behandeling in de eerste lijn ondoeltreffend is [n.v.d.r.: of bij diabetes of vermoeden van maligniteit], dient de patiënt te worden doorverwezen naar een specialist.