Vertaling van "nodal " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

trouble du rythme nodal
sinusaritmie

Trouble du rythme (du):ectopique | nodal | sinus coronaire
ritmestoornis (van) | ectopisch | ritmestoornis (van) | nodaal | ritmestoornis (van) | sinus coronarius

Tachycardie paroxystique:atriale | auriculoventriculaire [AV] | jonctionnelle | nodale
paroxismale tachycardie | atriaal | paroxismale tachycardie | atrioventriculair [AV] | paroxismale tachycardie | AV-junctioneel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Maladie du sinus et de E4 Maladie du sinus - bradycardie E l'oreillette Maladie du sinus et de E5 Maladie du sinus - brady/tachy E l'oreillette Maladie du sinus et de E6 FA/flutter chronique + bradycardie E l'oreillette Maladie du sinus et de E7 Bloc interauriculaire E l'oreillette Maladie du sinus et de E8 Insuffisance chronotrope E l'oreillette F Tachycardie auriculaire F1 Tachycardie atriale F Tachycardie auriculaire F2 Tachycardie réciproque F Tachycardie auriculaire F3 Tachycardie AV nodale G Tachycardie ventriculaire G1 Extrasystoles ventriculaire G Tachycardie ventriculaire G2 TV/FV non soutenue G Tachycardie ventriculaire G3 TV/FV soutenue G Tachycardie ventriculaire G4 Torsade de pointe
E Sinoatriale ziekte E6 Voorkamerflutter/VKF met bradycardie E Sinoatriale ziekte E7 Interatriaal blok E Sinoatriale ziekte E8 Chronotrope insufficiëntie F Atriale tachycardie F1 Atriale tachycardie F Atriale tachycardie F2 Pre-excitatie F Atriale tachycardie F3 Nodale AV tachycardie G Ventriculaire tachycardie G1 Ventriculaire extrasystolen G Ventriculaire tachycardie G2 Nonsustained Ventrikeltachycardie G Ventriculaire tachycardie G3 Sustained VT of VT G Ventriculaire tachycardie G4 Torsade de pointe

Une asystole chez des patients sans syndrome du nœud sino-auriculaire est en général de courte durée (quelques secondes ou moins), avec un retour spontané au rythme sinusal ou nodal (AV) normal.
Een asystole bij patiënten zonder sinusknoopsyndroom is over het algemeen van korte duur (enkele seconden of minder), met een spontane terugkeer naar het normale sinusritme of AV-knoopritme.

TILDIEM 25 mg prolonge le temps de réactivation du canal calcique augmentant ainsi la période réfractaire nodale.
TILDIEM 25 mg verlengt de reactiveringsfase van het calciumkanaal en verlengt zo de refractaire periode in de AV knoop.

En cas de flutter auriculaire, il est vivement recommandé d'associer un bloquant nodal (p. ex. β-bloquant) au succinate de cibenzoline à cause du risque de passage à un flutter 1/1.
In geval van auriculaire flutter, is het sterk aan te raden een nodale blokker (bv. β-blokker) te associëren met cibenzoline succinaat omwille van het risico op de overgang naar een 1/1 flutter.

- Chez les patients ayant des antécédents d’infarctus du myocarde et présentant des arythmies auriculaires nodales ou ventriculaires résiduelles, surveiller la fonction cardiaque avec une attention particulière pendant la période d’ajustement de la posologie initiale.
- Bij patiënten met antecedenten van myocardinfarct met residuele atriale nodale of ventriculaire aritmieën, moet de hartfunctie zeer nauwkeurig worden gevolgd tijdens de periode van aanpassing van de initiële dosis.

Très rare : tachyarhythmies supraventriculaires, tachycardie auriculaire (avec ou sans bloc), tachycardie jonctionnelle (nodale), arythmie ventriculaire, contraction ventriculaire prématurée, abaissement du segment ST.
Zeer zelden: supraventriculaire tachyaritmie, atriale tachycardie (met of zonder blok), junctionele (nodale) tachycardie, ventrikelaritmie, voortijdige ventrikelcontractie, ST-segmentdaling.

L’effet bénéfique de l’exémestane par rapport au tamoxifène en ce qui concerne la SSM était manifeste indépendamment du statut nodal ou avant la chimiothérapie.
Het gunstige effect van exemestaan op de DFS in vergelijking met tamoxifen was duidelijk ongeacht de toestand van de lymfklieren of de vroegere chemotherapie.

Une réduction statistiquement significative de 23% du risque de décès (rapport de risque pour la survie globale 0,77 ; test chi-carré de Wald : p = 0,0069) a été observée pour l’exémestane en comparaison du tamoxifène après ajustement pour les facteurs pronostiques préspécifiés (c.-à-d. statut ER, statut nodal, avant chimiothérapie, utilisation de THS ou utilisation de bisphosphonates).
Er werd een statistisch significante daling van het overlijdensrisico met 23% waargenomen (hazard ratio voor de totale overleving 0,77; Waldchikwadraattest: p = 0,0069) met exemestaan in vergelijking met tamoxifen na correctie voor de vooraf gespecificeerde prognostische factoren (d.w.z. ER-status, toestand van de lymfklieren, vroegere chemotherapie, gebruik van HST en gebruik van bisfosfonaten).