Vertaling van "non stéroïdiens duraprox peut inhiber " (Frans → Nederlands) :

Comme l’acide acétylsalicylique et les autres anti-inflammatoires non stéroïdiens, DURAPROX peut inhiber l’agrégation plaquettaire et allonger le temps de saignement.
Zoals acetylsalicylzuur en de andere niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen kan DURAPROX de plaatjesaggregatie inhiberen en de bloedingstijd verlengen.

Anti-inflammatoires non-stéroïdiens (AINS): Les AINS (par exemple, l'acide acétylsalicylique à > 3 g/jour, les inhibiteurs de la COX-2 et les AINS non sélectifs) peuvent réduire l'effet antihypertenseur des diurétiques thiazidiques et des antagonistes de l'angiotensine II. Chez certains patients à fonction rénale compromise (par exemple, patients déshydratés ou patients âgés à fonction rénale compromise), la co-administration d'antagonistes de l'angiotensine II et d'agents qui inhibent la cyclooxygénase peut entraîner une détérioration supplémentaire de la fonction rénale, y compris une éventuelle insuffisance rénale aiguë, qui est habituellement réversible.
NSAID’s (Niet Steroïdale Anti-Inflammatoire Drugs): Het gebruik van NSAID’s (i.e. acetylsalicylzuur (> 3 g/dag), COX-2-remmers en niet-selectieve NSAID’s) kan het antihypertensieve effect van de thiazide diuretica en angiotensine II antagonisten verminderen. Bij sommige patiënten met een belaste nierfunctie (vb. gedehydrateerde patiënten of oudere patiënten met gecompromitteerde nierfunctie) kan de gelijktijdige toediening van angiotensine II antagonisten en middelen die het cyclo-oxygenase remmen, resulteren in een verdere verslechtering van de nierfunctie, inclusief een mogelijk acuut nierfalen, welke meestal reversibel is.

L’héparine peut inhiber la sécrétion surrénale d’aldostérone, ce qui peut entraîner une hyperkaliémie, particulièrement chez les patients ayant des taux plasmatiques de potassium élevés ou chez les patients susceptibles de présenter des taux plasmatiques augmentés tels que les patients souffrant de diabète mellitus, d’insuffisance rénale chronique, d’acidose métabolique préexistante ainsi que ceux qui prennent des médicaments pouvant causer une hyperkaliémie (p.ex. les inhibiteurs de l’enzyme de conversion de l’angiotensine, les antagonistes des récepteurs à l’angiotensine II, les antiinflammatoires non stéroïdiens).
Heparine kan de bijniersecretie van aldosteron remmen. Dit kan leiden tot hyperkaliëmie, voornamelijk bij patiënten met hoge kaliumspiegels of bij patiënten die gemakkelijker verhoogde kaliumspiegels vertonen, zoals patiënten met diabetes mellitus, chronische nierinsufficiëntie, bestaande metabole acidose en patiënten die geneesmiddelen nemen die hyperkaliëmie kunnen veroorzaken (b.v. angiotensineconversie-enzymremmers, angiotensine II-receptorantagonisten, nietsteroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen).

Anti-inflammatoires non-stéroïdiens (AINS): Les AINS (par exemple, l'acide acétylsalicylique (> 3 g/jour), les inhibiteurs de la COX-2 et les AINS non sélectifs) peuvent réduire l'effet antihypertenseur des diurétiques thiazidiques et des antagonistes des récepteurs de l'angiotensine II. Chez certains patients présentant une fonction rénale altérée (par exemple, patients déshydratés ou patients âgés dont la fonction rénale est altérée), la co-administration d'antagonistes des récepteurs de l'angiotensine II et d'agents qui inhibent la cyclo-oxygénase peut entraîner une détérioration supplémentaire de la fonction rénale, y compris une éventuelle insuffisance rénale aiguë, qui est habituellement réversible.
NSAID’s (Niet Steroïdale Anti-Inflammatoire Drugs): Het gebruik van NSAID’s (i.e. acetylsalicylzuur (> 3 g/dag), COX-2-remmers en niet-selectieve NSAID’s) kan het antihypertensieve effect van de thiazide diuretica en angiotensine II receptor antagonisten verminderen. Bij sommige patiënten met een belaste nierfunctie (vb. gedehydrateerde patiënten of oudere patiënten met gecompromitteerde nierfunctie) kan de gelijktijdige toediening van angiotensine II receptor antagonisten en middelen die het cyclooxygenase remmen, resulteren in een verdere verslechtering van de nierfunctie, inclusief een mogelijk acuut nierfalen, welke meestal reversiebel is.

1 N02AX AUTRES OPIACES 9,7% 82 0,2% 48 5,1% 5 2 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 9,1% 77 0,3% 145 15,3% 1 3 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 8,0% 68 0,4% 43 4,5% 6 4 M01AC OXICAMES 6,4% 54 0,2% 72 7,6% 3 5 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 4,9% 41 0,3% 12 1,3% 18 6 H02AB GLUCOCORTICOIDES 4,0% 34 0,2% 76 8,0% 2 7 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DU RECAPTAGE DE LA SEROTONINE 3,9% 33 0,0% 28 3,0% 8 8 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 3,8% 32 0,2% 9 0,9% 25 9 L01AX AUTRES AGENTS ALKYLANTS 3,2% 27 2,4% 0 0,0% 161 10 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 3,0% 25 0,1% 7 0,8% 28 11 M01AX AUTRES ANTI-INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STEROIDIENS 2,6% 22 0,3% 31 3,3% 7 12 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 2,5% 21 0,1% 50 5,2% 4 13 B01AB HEPARINE 2,5% 21 0,0% 8 0,9% 27 14 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 2,3% 20 0,0% 27 2,8% 9 15 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,2% 18 0,0% 12 1,2% 21 16 M01AH COXIBS 1,6% 13 0,1% 9 1,0% 23 17 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 1,5% 13 0,1% 16 1,7% 15 18 N03AF DERIVES CARBOXAMIDES 1,5% 13 0,2% 18 1,9% 13 19 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 1,5% 13 0,0% 10 1,1% 22 20 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,2% 10 0,0% 14 1,5% 17 21 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 1,1% 9 0,1% 2 0,2% 56 22 C09AA INHIB. DE L'ENZYME DE CONV. DE L'ANGIOTENSINE (ECA), SIMPLES 1,0% 8 0,0% 17 1,8% 14 23 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,0% 8 0,0% 21 2,2% 11 24 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 0,7% 6 0,0% 1 0,1% 74 25 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,7% 6 0,0% 1 0,2% 72 26 N05AL BENZAMIDES 0,7% 6 0,1% 2 0,2% 65 27 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,6% 5 0,0% 9 0,9% 26 28 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DU RECAPTAGE DE MONOAMINE 0,6% 5 0,1% 16 1,7% 16 29 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 0,6% 5 0,1% 2 0,2% 68 30 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB.
1 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 9,7% 82 0,2% 48 5,1% 5 2 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 9,1% 77 0,3% 145 15,3% 1 3 N03AG VETZUURDERIVATEN 8,0% 68 0,4% 43 4,5% 6 4 M01AC OXICAMDERIVATEN 6,4% 54 0,2% 72 7,6% 3 5 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 4,9% 41 0,3% 12 1,3% 18 6 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 4,0% 34 0,2% 76 8,0% 2 7 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE REUPTAKE INHIBITOREN 3,9% 33 0,0% 28 3,0% 8 8 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 3,8% 32 0,2% 9 0,9% 25 9 L01AX OVERIGE ALKYLERENDE MIDDELEN 3,2% 27 2,4% 0 0,0% 161 10 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 3,0% 25 0,1% 7 0,8% 28 11 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCHE MIDDELEN 2,6% 22 0,3% 31 3,3% 7 12 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 2,5% 21 0,1% 50 5,2% 4 13 B01AB HEPARINEGROEP 2,5% 21 0,0% 8 0,9% 27 14 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 2,3% 20 0,0% 27 2,8% 9 15 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,2% 18 0,0% 12 1,2% 21 16 M01AH COXIBS 1,6% 13 0,1% 9 1,0% 23 17 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 1,5% 13 0,1% 16 1,7% 15 18 N03AF CARBOXAMIDEDERIVATEN 1,5% 13 0,2% 18 1,9% 13 19 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 1,5% 13 0,0% 10 1,1% 22 20 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,2% 10 0,0% 14 1,5% 17 21 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 1,1% 9 0,1% 2 0,2% 56 22 C09AA INHIB. van het ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 1,0% 8 0,0% 17 1,8% 14 23 C07AB BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, SELECTIEVE 1,0% 8 0,0% 21 2,2% 11 24 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 0,7% 6 0,0% 1 0,1% 74 25 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,7% 6 0,0% 1 0,2% 72 26 N05AL BENZAMIDEN 0,7% 6 0,1% 2 0,2% 65 27 C09CA ANTAGONISTEN VAN HET ANGIOTENSINE II, ENKELVOUDIG 0,6% 5 0,0% 9 0,9% 26 28 N06AA NIET SELECTIEVE MONOAMINE REUPTAKE INHIBITOREN 0,6% 5 0,1% 16 1,7% 16 29 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 0,6% 5 0,1% 2 0,2% 68 30 J01CR COMBINATIEPREP.

Anti-inflammatoires non stéroïdiens : lorsque les antagonistes de l'angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c'est-à-dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l'acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l'effet anti-hypertenseur peut se produire.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.

Anti-inflammatoires non stéroïdiens : lorsque les antagonistes de l’angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c’est-à-dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l’acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l’effet antihypertenseur peut se produire.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.

Anti-inflammatoires non stéroïdiens: lorsque les antagonistes de l'angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c'est-à-dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l'acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l'effet anti-hypertenseur peut se produire.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.

A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 0,9% 3.456 3.465 0,8% 29 36 31 29 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 0,9% 3.430 2.080 0,5% 51 54 32 33 M05BA BIPHOSPHONATES 0,9% 3.386 1.949 0,4% 55 63 33 41 R01AD CORTICOSTEROIDES 0,9% 3.201 7.172 1,6% 12 14 34 28 L02BA ANTI-ESTROGENES 0,9% 3.188 3.342 0,7% 31 27 35 31 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 0,9% 3.179 3.070 0,7% 36 39 36 44 N02AX AUTRES OPIACES 0,8% 2.794 1.541 0,3% 68 72 37 38 J01FA MACROLIDES 0,8% 2.769 890 0,2% 93 86 38 37 J01DA CEPHALOSPORINES ET APPARENTES 0,7% 2.714 1.028 0,2% 85 82 39 36 G03DA DERIVES DU PREGNENE(4) 0,7% 2.705 5.712 1,3% 17 17 40 39 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 0,7% 2.691 4.455 1,0% 22 24 41 45 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 0,7% 2.648 28 0,0% 218 261 42 32 G03AB PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS SEQUENTIELLES 0,7% 2.587 13.221 3,0% 5 4 43 34 A07EC MESALAZINE ET SIMILAIRES 0,7% 2.570 2.426 0,5% 48 45 44 43 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,7% 2.516 5.654 1,3% 18 20 45 48 L02BB ANTI-ANDROGENES 0,7% 2.505 482 0,1% 121 125 46 65 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,7% 2.423 695 0,2% 104 123 47 46 A10AC INSULINES ET ANALOGUES A ACTION INTERMEDIAIRE 0,6% 2.279 2.278 0,5% 49 50 48 66 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 0,6% 2.268 114 0,0% 179 196 49 50 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 0,6% 2.205 19 0,0% 230 235 50 42 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 0,6% 2.203 4.997 1,1% 21 19 51 40 G03CA ESTROGENES NATURELS ET SEMISYNTHETIQUES, MONOCOMPOSES 0,6% 2.084 14.274 3,2% 4 3 52 47 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,6% 2.070 3.495 0,8% 28 29 53 52 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,6% 2.062 3.555 0,8% 27 35 54 69 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,6% 2.048 2.066 0,5% 54 66 55 51 D01BA ANTIMYCOSIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,6% 2.038 917 0,2% 91 90 56 49 G03FB PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS SEQUENTIELLES 0,5% 2.009 10.435 2,3% 7 6 57 53 R05CB MUCOLYTIQUES 0,5% 2.000 859 0,2% 95 ...
VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE 0,5% 1.866 85 0,0% 189 187 59 54 N06AA NIET SELECTIEVE MONOAMINE REUPTAKE INHIBITOREN 0,5% 1.785 4.409 1,0% 23 23 60 68 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,5% 1.650 397 0,1% 129 134 61 63 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,4% 1.620 1.869 0,4% 58 55 62 58 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 0,4% 1.604 895 0,2% 92 85 63 62 S01CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,4% 1.576 3.018 0,7% 37 38 64 60 H05BA CALCITONINE 0,4% 1.532 324 0,1% 132 129 65 56 G03DB PREGNADIEENDERIVATEN 0,4% 1.497 4.064 0,9% 24 21 66 61 C10AB FIBRATEN 0,4% 1.480 3.257 0,7% 35 30 67 * L02BG ENZYMREMMERS 0,4% 1.442 333 0,1% 131 * 68 67 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,4% 1.425 3.273 0,7% 34 37 69 70 S01BC NIET-STEROIDALE ANTI-INFLAMMATOIRE MIDDELEN 0,4% 1.350 1.687 0,4% 62 61 70 71 D07AC STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP III) 0,4% 1.324 1.264 0,3% 74 71 71 80 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,3% 1.271 780 0,2% 98 107 72 73 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE ASTMAMIDDELEN 0,3% 1.263 3.339 0,7% 32 33 73 64 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,3% 1.247 955 0,2% 87 83 74 78 A09AA ENZYMPREPARATEN 0,3% 1.243 462 0,1% 123 104 75 74 N03AF CARBOXAMIDEDERIVATEN 0,3% 1.237 1.776 0,4% 60 59 76 72 N05AD BUTYROFENONDERIVATEN 0,3% 1.231 1.623 0,4% 63 60 77 75 A03FA PROPULSIVA 0,3% 1.188 750 0,2% 100 97 78 76 C01DA ORGANISCHE NITRATEN 0,3% 1.066 2.529 0,6% 45 41 79 77 C07AA BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, NIET-SELECTIEVE 0,3% 1.061 3.352 0,8% 30 32 80 90 J05AG INHIBITOREN VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE (NIET-NUCLEOSIDEN) 0,3% 978 133 0,0% 166 185 81 82 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,3% 977 1.564 0,4% 67 64 82 81 L04AX OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,3% 950 690 0,2% 105 105 83 * S01EX OVERIGE GLAUCOOMMIDDELEN 0,2% 903 1.150 0,3% 78 * 84 84 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 0,2% 900 1.100 0,2% 81 81 85 85 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 0,2% 887 8.164 1,8% 11 11 86 86 C08DB BENZOTHIAZEPINEDERIVATEN 0,2% 875 1.289 0,3% 73 74 87 83 G01AF IMIDAZOLDERIVATEN 0,2% 874 1 ...

A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 0,8% 3.292 3.377 0,7% 37 29 39 36 N02AX AUTRES OPIACES 0,8% 3.143 1.804 0,4% 63 68 40 47 A10AC INSULINES ET ANALOGUES A ACTION INTERMEDIAIRE 0,8% 3.042 3.079 0,6% 42 49 41 46 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,8% 3.034 1.087 0,2% 88 104 42 43 A07EC MESALAZINE ET SIMILAIRES 0,7% 2.933 2.702 0,6% 47 48 43 49 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 0,7% 2.915 26 0,0% 223 230 44 37 J01FA MACROLIDES 0,7% 2.792 903 0,2% 94 93 45 48 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 0,7% 2.733 153 0,0% 165 179 46 39 G03DA DERIVES DU PREGNENE(4) 0,7% 2.707 5.966 1,2% 20 17 47 54 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 0,7% 2.698 3.225 0,7% 38 54 48 44 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,7% 2.654 6.208 1,3% 17 18 49 58 J05AB NUCLEOSIDES ET NUCLEOTIDES, EXCL. INHIB. DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 0,7% 2.638 119 0,0% 176 189 50 51 G03CA ESTROGENES NATURELS ET SEMISYNTHETIQUES, MONOCOMPOSES 0,6% 2.579 18.192 3,8% 3 4 51 40 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 0,6% 2.577 4.435 0,9% 25 22 52 38 J01DA CEPHALOSPORINES ET APPARENTES 0,6% 2.524 1.018 0,2% 89 85 53 42 G03AB PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS SEQUENTIELLES 0,6% 2.483 12.619 2,6% 5 5 54 55 D01BA ANTIMYCOSIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,6% 2.371 1.103 0,2% 87 91 55 61 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,6% 2.311 2.145 0,4% 55 58 56 73 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,6% 2.255 2.482 0,5% 50 87 57 57 R05CB MUCOLYTIQUES 0,5% 2.153 580 0,1% 115 95 58 60 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,5% 2.127 519 0,1% 122 129 59 52 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,5% 2.111 3.559 0,7% 32 28 60 67 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 0,5% 2.101 476 0,1% 123 131 61 53 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,5% 2.096 3.648 0,8% 30 27 62 72 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES ET AUTRES ANTIASTHMATIQUES 0,5% 2.059 3.811 0,8% 28 32 63 56 G03FB PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS SEQUENTIELLES 0,5% 1.980 10.304 2,1% 8 7 64 50 M01AE D ...
VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE 0,7% 2.638 119 0,0% 176 189 50 51 G03CA NATUURLIJKE EN SEMISYNTHETISCHE OESTROGENEN, ENKELVOUDIG 0,6% 2.579 18.192 3,8% 3 4 51 40 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 0,6% 2.577 4.435 0,9% 25 22 52 38 J01DA CEFALOSPORINES EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,6% 2.524 1.018 0,2% 89 85 53 42 G03AB PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN, SEQUENTIELE PREPARATEN 0,6% 2.483 12.619 2,6% 5 5 54 55 D01BA ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,6% 2.371 1.103 0,2% 87 91 55 61 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,6% 2.311 2.145 0,4% 55 58 56 73 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,6% 2.255 2.482 0,5% 50 87 57 57 R05CB MUCOLYTICA 0,5% 2.153 580 0,1% 115 95 58 60 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,5% 2.127 519 0,1% 122 129 59 52 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 0,5% 2.111 3.559 0,7% 32 28 60 67 L02BG ENZYMREMMERS 0,5% 2.101 476 0,1% 123 131 61 53 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,5% 2.096 3.648 0,8% 30 27 62 72 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE ASTMAMIDDELEN 0,5% 2.059 3.811 0,8% 28 32 63 56 G03FB PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN, SEQUENTIELE PREPARATEN 0,5% 1.980 10.304 2,1% 8 7 64 50 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,5% 1.977 4.571 0,9% 23 21 65 59 N06AA NIET SELECTIEVE MONOAMINE REUPTAKE INHIBITOREN 0,4% 1.709 4.644 1,0% 22 23 66 65 G03DB PREGNADIEENDERIVATEN 0,4% 1.687 4.174 0,9% 26 24 67 71 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,4% 1.628 991 0,2% 91 98 68 64 H05BA CALCITONINE 0,4% 1.564 338 0,1% 132 132 69 92 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 1.541 3.182 0,7% 40 26 70 63 S01CA CORTICOSTEROIDEN MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 0,4% 1.529 2.962 0,6% 44 37 71 80 J05AG INHIBITOREN VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE (NIET-NUCLEOSIDEN) 0,4% 1.472 196 0,0% 154 166 72 68 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,4% 1.425 3.379 0,7% 36 34 73 66 C10AB FIBRATEN 0,4% 1.412 3.208 0,7% 39 35 74 62 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 0,3% 1.367 847 0,2% 98 92 75 70 D07AC STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP III) 0,3% 1.347 1.461 0,3% 75 74 76 74 A09AA ENZYMPREPARATEN 0 ...