Vertaling van "norfluoxétine étaient " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Définition: Trouble caractérisé par une altération significative des modes de comportement qui étaient habituels au sujet avant la survenue de la maladie; les perturbations concernent, en particulier, l'expression des émotions, des besoins et des pulsions. Le tableau clinique peut, par ailleurs, comporter une altération des fonctions cognitives, de la pensée, et de la sexualité. | Personnalité pseudopsychopathique organique Pseudodébilité organique Psychosyndrome de l'épilepsie du système limbique Syndrome (des):frontal | lobotomisés | post-leucotomie
Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door een belangrijke verandering van het gebruikelijke premorbide-gedrag van de betrokkene, waarbij de uiting van emoties, behoeften en impulsen is betrokken. Stoornis van cognitieve functies en denkfuncties en veranderde seksualiteit kunnen eveneens deel uitmaken van het klinische beeld. | Neventerm: | frontalekwabsyndroom | limbisch-epileptische persoonlijkheidssyndroom | lobotomiesyndroom | organisch-pseudogeretardeerde persoonlijkheid | organisch-pseudopsychopathische persoonlijkheid | postleukotomiesyndroom

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Les valeurs C max et AUC de la norfluoxétine étaient généralement proportionnelles à la dose, mais elles étaient 3 à 4 fois supérieures au jour 21 par rapport au jour.
De C max - en AUC-waarden waren in het algemeen evenredig met de dosis, maar deze waarden waren op dag 21 3 tot 4 maal hoger dan op dag.

Avec 10 mg/kg/jour, les taux plasmatiques obtenus chez les animaux étaient approximativement 0,8 à 8,8 fois (fluoxétine) et 3,6 à 23,2 fois (norfluoxétine) plus élevés que ceux habituellement observés chez les patients pédiatriques.
Bij toediening van 10 mg/kg/dag bedroegen de plasmaconcentraties bij de dieren ongeveer 0,8- tot 8,8-maal (fluoxetine) en 3,6- tot 23,2-maal (norfluoxetine) de concentraties die gewoonlijk worden waargenomen bij pediatrische patiënten.

Avec 3 mg/kg/jour, les taux plasmatiques obtenus chez les animaux étaient approximativement 0,04 à 0,5 fois (fluoxétine) et 0,3 à 2,1 fois (norfluoxétine) plus élevés que ceux habituellement obtenus chez les patients pédiatriques.
Bij toediening van 3 mg/kg/dag waren de plasmaconcentraties bij de dieren ongeveer 0,04- tot 0,5-maal (fluoxetine) en 0,3- tot 2,1-maal de concentraties die gewoonlijk worden waargenomen bij pediatrische patiënten.

Avec 10 mg/kg/jour, les taux plasmatiques obtenus chez les animaux étaient approximativement 0,8 à 8,8 fois (fluoxétine) et 3,6 à 23,2 fois (norfluoxétine) ceux habituellement observés chez les patients pédiatriques.
Bij toediening van 10 mg/kg/dag werden bij de dieren plasmaconcentraties bereikt die ongeveer 0,8 tot 8,8 keer (fluoxetine) en 3,6 tot 23,2 keer (norfluoxetine) hoger waren dan de concentraties die gewoonlijk worden gezien bij pediatrische patiënten.

En cas d’administration d’une dose de 3 mg/kg/jour, les taux plasmatiques atteints chez l’animal étaient env. 0,04 à 0,5 fois (fluoxétine) et 0,3 à 2,1 fois (norfluoxétine) supérieurs aux valeurs normalement observées chez les enfants.
Bij 3 mg/kg/dag waren plasmaspiegels bereikt bij dieren van ca. 0,04 tot 0,5 keer (fluoxetine) en 0,3 tot 2,1 keer (norfluoxetine) van de waarden die normaal gesproken worden gezien bij kinderen.

En cas d’administration d’une dose de 10 mg/kg/jour, les taux plasmatiques atteints chez l’animal étaient env. 0,8 à 8,8 fois (fluoxétine) et 3,6 à 23,2 fois (norfluoxétine) supérieurs aux valeurs normalement observées chez les patients pédiatriques.
Bij 10 mg/kg/dag plasmaspiegels bereikt bij dieren werden waarden gevonden van ca. 0,8 tot 8,8 keer (fluoxetine) en 3,6 tot 23,2 keer (norfluoxetine) de waarden normaal gesproken gezien bij pediatrische patiënten.

Avec 3 mg/kg/jour, les taux plasmatiques obtenus chez les animaux étaient approximativement 0,04 à 0,5 fois (fluoxétine) et 0,3 à 2,1 fois (norfluoxétine) ceux habituellement obtenus chez les patients pédiatriques.
Bij toediening van 3 mg/kg/dag werden bij dieren plasmaconcentraties bereikt van ongeveer 0,04 tot 0,5 keer (fluoxetine) en 0,3 tot 2,1 keer (norfluoxetine) de plasmaconcentraties die gewoonlijk bij pediatrische patiënten worden bereikt.