S’agissant de la deuxième question préjudicielle, le Conseil des ministres soutient que la question repose sur une lecture erronée de l’article 61, § 7, de la loi AMI, en particulier en ce qui concerne la notion d’ «expiration du délai».
Wat de tweede prejudiciële vraag betreft, betoogt de Ministerraad dat de vraag op een verkeerde lezing van artikel 61, § 7, van de ZIV-wet berust, inzonderheid wat het begrip «vervaldag» betreft.