La notion de « cohabitant », qui renvoyait à la définition de la personne à charge en matière d’assurabilité, est abandonnée au profit de celle de « partenaire de vie », défini comme « la personne avec laquelle le bénéficiaire cohabite, à l’exclusion du parent ou allié jusqu’au 3e degré inclus et avec laquelle il forme un ménage de fait ».
De notie «samenwonende», die verwees naar de definitie van persoon ten laste inzake verzekerbaarheid wordt niet langer gebruikt en dit ten voordele van de notie «levenspartner» die wordt omschreven als «de persoon met wie de rechthebbende samenwoont, met uitsluiting van de bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, en met wie hij een feitelijk gezin vormt».