Le droit d'exercice, en effet, est mis en oeuvre dans des relations d'ordre privé avec les patients, et ces relations «se nouent directement entre individus sur un plan personnel sans qu'une autorité publique intervienne de manière essentielle ou déterminante dans leur établissement.
Dit recht op uitoefening van het beroep komt met name tot stand in een privaatrechtelijke relatie met de patiënten en deze relaties «ontstaan rechtstreeks tussen de betrokkenen op persoonlijk vlak zonder wezenlijke of beslissende tussenkomst van een openbare overheid.